Wanneer u een op content gebaseerde webtoepassing wilt maken die geen
dynamische content bevat (zoals servlets, JSP-bestanden, filters en
bijbehorende metagegevens), kunt u beter een statisch webproject maken in
plaats van een dynamisch webproject.
Statische webprojecten hebben de volgende kenmerken:
- Een webcontentmap (met de naam WebContent) voor alle publiceerbare
resources. U kunt de naam van deze map wijzigen met het voorgrondmenu van het
project.
- Een themamap, waarin u trapsgewijze stijlbladen en andere met stijl
samenhangende objecten kunt opslaan.
- De mogelijkheid om mappen buiten de webcontentmap te definiƫren, voor
opslag van tussenbestanden, zoals MIF-bestanden
- Een conversiepad van een statisch webproject naar een dynamische webproject.
Door conversie van het project ontstaat een geldig dynamisch webproject.
Bovendien beschikt uw project over de volgende functies (die in statische en dynamische webprojecten voorkomen):
- HTML-syntaxisvalidator
- Een wizard voor het repareren van verbroken links
- Een websitenavigatietool
- Een nieuw servertype, de statische webserver, waarmee u gemakkelijk statische webprojecten kunt publiceren
U kunt de map wijzigen waarin een statisch webproject wordt gepubliceerd.
Als u de contextdirectory voor een statisch project instelt op
/web1, wordt alles in de webcontentmap gepubliceerd in de map
web1 onder de documentenmap van de webserver. Op deze
manier kunt u webresources op een webserver groeperen in mappen die
corresponderen met de webprojecten in een workbench. Wanneer projecten die op
deze manier zijn gedefinieerd, klaar zijn voor productie, kunt u specifieke
projecten rechtstreeks publiceren naar de documentenmap door de waarde te
wijzigen in /. Alle publicatie-instellingen, linkcorrecties en
bladerinstellingen worden dan automatisch bijgewerkt.
U kunt ook aliassen gebruiken om een waarde voor de contextdirectory op te geven.
Stel dat er op de doelwebserver als volgt een alias is gedefinieerd:
Alias /scripts/ "/var/www/scripts"
In dit voorbeeld, waarbij de huidige statische webserver bedoeld is voor
algemene
JavaScript-bestanden,
kunt u de waarde voor de contextdirectory instellen op
"scripts". Om
ervoor te zorgen dat de resources in het statische webproject naar de juiste
locatie op de webserver worden gepubliceerd, moet u deze aliastoewijzing
toevoegen aan de servertoolsinstance van de statische webserver. Dit doet u als
volgt:
- Dubbelklik in de view Server op de webserverconfiguratie om de
serverconfiguratie-editor te openen.
Opmerking: Hierbij wordt ervan uitgegaan dat u
de statische webserver reeds hebt gedefinieerd.
- Klik op de tab Configuratie.
- Blader naar het gedeelte Toewijzing aliaspad en voeg
de nieuwe aliastoewijzing toe.
Nu
"scripts" is gedefinieerd als alias, wordt de webcontent in
het statische webproject gepubliceerd naar het toegewezen pad,
/var/www/scripts.