Fouten opsporen in een visuele Java-bean of een toepassing

Als u de Java-processen wilt bekijken en door de code van de visuele klasse wilt stappen tijdens het uitvoeren, kunt u gebruik maken van de foutopsporingsopties.

Net als bij de uitvoeringsopdrachten, wordt door de foutopsporingsopdrachten een Virtual Machine gestart en worden startconfiguraties gemaakt en gebruikt. Maar als u tijdens het uitvoeren de menuopties voor foutopsporing selecteert, krijgt u bovendien de beschikking over het perspectief Foutopsporing.
  1. Open de visuele Java-klasse in Visual Editor.
  2. Schakel over naar het perspectief Foutopsporing door te klikken op Venster > Perspectief openen > Fouten opsporen vanuit het hoofdmenu.
  3. Vanuit het hoofdmenu selecteert u een van de volgende opdrachten:
    • Uitvoeren > Fouten opsporen als > Java-toepassing als uw klasse een public static void main(String[])-methode bevat.
    • Uitvoeren > Fouten opsporen als > Java-bean als uw klasse geen hoofdmethode bevat.
    Als u het perspectief Foutopsporing niet hebt ingeschakeld, wordt dit perspectief automatisch door de startconfiguratie geopend.
In het perspectief Foutopsporing worden de Java-threads en processen weergegeven waarmee u kunt werken. U kunt de standaardopties van het foutopsporingsperspectief gebruiken om de onderbrekingspunten waarvoor code wordt gebruikt te doorlopen.
Verwante concepten
Java-beanuitzonderingen
Geavanceerde opties voor het opsporen van fouten in Java-beans
Verwante taken
Een visuele klasse als Java-bean of toepassing uitvoeren
Opties voor het uitvoeren van Java-beans of toepassingen configureren
Applets testen en in gebruik nemen

(C) Copyright IBM Corporation 1999, 2004. Alle rechten voorbehouden.