JUnit-plugins testen

Dit document is in principe gericht op het testen van JUnit-plugins. Er wordt in het document dan ook vanuit gegaan dat u bekend bent met de ontwikkeling van Eclipse-plugins. Anders kunt u de online Help-handleidingen van Eclipse, Ontwikkelaarshandleiding voor platformplugins en Ontwikkelaarshandleiding voor JDT-plugins.

Specifieke verwijzingen naar de ontwikkelingsfaciliteiten of -concepten van Eclipse-plugins geven u een context voor het vinden van naslag voor het testproces van JUnit-plugins.

Overzicht

Aan de hand van een eenvoudig stapsgewijs voorbeeld wordt het testproces van JUnit-plugins geïllustreerd.

Er zijn diverse fases:

  1. Een pluginproject maken en configureren

    Voor dit voorbeeld wordt het pluginproject pluginProj gemaakt en geconfigureerd.


  2. Een JUnit-plugintest maken

    Maak de test waarmee de plugin zal worden getest.


  3. Een workbenchlocatie maken

    Met een workbenchlocatie wordt opgegeven waar een JUnit-plugintest van TPTP zal worden uitgevoerd.


  4. Een ingebruikname maken

    In deze sectie wordt uitgelegd hoe u een ingebruikname kunt maken voor de testsuite. De voorbeelden zijn van toepassing op de context van het testperspectief.


  5. De JUnit-plugintest van TPTP in gebruik nemen

    Voor het in gebruik nemen van een JUnit-plugintest moet u normaal gesproken een workbenchlocatie maken en configureren.


  6. Een test uitvoeren

    Voor het uitvoeren van een JUnit-test zijn er een aantal opties beschikbaar:


  7. Rapporten van JUnit-tests en JUnit-plugintests genereren

    Nadat u uw tests hebt uitgevoerd en verwerkingshistories hebt gegenereerd, kunt u een samenvatting van deze testresultaten genereren in een rapport.


Verwante concepten
Testsuite-editor van JUnit-plugins

Workbenchlocatie-editor