View Geheugenstatistieken gebruiken

In de view Geheugenstatistieken worden de statistieken weergegeven over de toepassingsheap. Deze view levert gedetailleerde gegevens over bijvoorbeeld het aantal geladen klassen, het aantal actieve instances en de geheugengrootte die is toegewezen door iedere klasse. De geheugenstatistieken zijn beschikbaar op het niveau van het pakket, de klasse en de instance.

Vereisten:

De view Geheugenstatistieken biedt een aantal besturingsfuncties waarmee u de weergave van informatie in de view kunt bepalen:

Werken met weergavestanden

Er zijn drie weergavestanden beschikbaar op basis van de drie objecttypen: pakketten, klassen en instances.

  1. Om de werkstanden voor pakketten, klassen en instances afwisselend te gebruiken, kiest u een van de volgende besturingsfuncties op de werkbalk:
  2. De waarde van de gegevens kan ook in procenten worden weergegeven. Om de gegevens als een percentage af te beelden, selecteert u Afbeelden als percentage Pictogram % op de werkbalk.

De gegevens die worden weergegeven zijn afhankelijk van het geselecteerde objecttype. In de volgende tabel vindt u een samenvatting van de beschikbare gegevens in de weergavestanden.

Kolomkop Pakketstatistieken 
Pictogram pakket
Klassenstatistieken
Pictogram pakket
Instancestatistieken
Pictogram pakket
Totaalaantal instances: het totale aantal instances dat is gemaakt van het geselecteerde pakket, de klasse of de methode. Opgeteld op basis van pakket Opgeteld op basis van klassen Aantal
Live-instances: het aantal instances van het geselecteerde pakket, de klasse of de methode waar geen opschoning heeft plaatsgevonden. Opgeteld op basis van pakket Opgeteld op basis van klassen Aantal
Verzameld: het aantal instances van het geselecteerde pakket, de klasse of de methode die is verwijderd tijdens de opschoning. Opgeteld op basis van pakket Opgeteld op basis van klassen Aantal
Totale grootte: de totale grootte (in bytes) van het geselecteerde pakket, de klasse of de methode van alle instances die op basis ervan zijn gemaakt, inclusief die instances die zijn verwijderd tijdens de opschoning. Opgeteld op basis van pakket Opgeteld op basis van klassen Grootte
Actieve grootte: het totale aantal van alle actieve instances bij elkaar opgeteld.   Opgeteld op basis van pakket Opgeteld op basis van klassen Grootte

Opmerking: de totalen die in deze view worden afgebeeld, vertegenwoordigen alleen de gegevens die zijn verzameld nadat u bent gestart met het bewaken van het proces. Als u halverwege de uitvoering begint met de bewaking van het proces, ziet u alleen de totalen vanaf het punt dat u bent begonnen met de bewaking. In de pakketwerkstand worden ook alleen de totalen van de verzamelde klassen van dat pakket afgebeeld. De klassen die u eruit hebt gefilterd, worden niet opgenomen in de totalen.

Opmerking: om gegevens op instanceniveau weer te geven voor de kolommen actieve grootte en verzameld in de view Geheugenstatistieken, moeten de gegevens op instanceniveau zijn verzameld voor het profileringstype Tijdanalyse. Voor het verzamelen van gegevens op instanceniveau, moet u de volgende acties uitvoeren op de pagina Profileringstypen voor uw profileringsset:

  1. In het linkervenster selecteert u de selectievakjes voor Geheugenanalyse > Basisgeheugenanalyse en Tijdanalyse > Analyse uitvoeringstijd.
  2. Onder Analyse uitvoeringstijd selecteert u het keuzerondje Grafische weergave van uitvoeringsstroom afbeelden en klikt vervolgens op Geavanceerd>> en kiest Informatie instanceniveau verzamelen.

Opmerking: de profileringsviews worden hier met Java beschreven. Profileringsgegevens van een andere toepassingscontext kunnen de voorwaarden en syntaxis in de views wijzigen. Zie Toepassingscontexten in profileringsviews begrijpen

Voor informatie over hoe u toegang krijgt tot de Pagina Profileringstypen voor een profileringsset, raadpleegt u het volgende zelfstudieprogramma: Profileringsgegevens van een Java-proces analyseren.

Werken met kolommen

Er zijn verschillende besturingsfuncties beschikbaar waarmee u kunt bepalen hoe de kolommen in de view worden weergegeven.

  1. Als u wilt aangeven welke kolommen in de view moeten worden afgebeeld, klikt u op Kolommen kiezen Kolommen kiezen in het vervolgkeuzemenu van de werkbalk Knop met gestileerd pictogram.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Kolommen kiezen de kolommen die u in de view wilt weergeven. Klik op OK om de wijzigingen toe te passen.
  3. Om de wijzigingen weer te geven van iedere numerieke kolom sinds deze de laatste keer werd vernieuwd, kiest u Deltakolommen weergeven Pictogram Delta weergeven op de werkbalk.
  4. Klik op de titel van de kolom om de gegevens te sorteren. Klik opnieuw op de kolomtitel om deze in de omgekeerde volgorde te sorteren. De kolomtitel wordt voorafgegaan door > als de kolom is gesorteerd in opklimmende volgorde en door < als de kolom is gesorteerd in afnemende volgorde.

Profielgegevens filteren

U kunt profielfilters toepassen op de view Geheugenstatistieken om de hoeveelheid weergegeven informatie te verminderen. Profielfilters kunnen in verschillende profielviews worden gebruikt als deze de filters ondersteunen. Zie het onderwerp Profielfilters toepassen voor meer informatie.

Andere views openen

U kunt andere profielviews en broncodeviews openen in de view Geheugenstatistieken.

  1. Om de objectverwijzingen van het geselecteerde object te openen, klikt u op de rechtermuisknop en selecteert u Objectverwijzingen weergeven Objectverwijzingen weergeven. De view Objectverwijzingen wordt geopend en gevuld met gegevens over het geselecteerde object.
  2. Om de broncodeview van het geselecteerde object te openen, klikt u op de rechtermuisknop en selecteert u Bron openen Pictogram Bron openen.

Gegevens in de view exporteren

De gegevens van de view Geheugenstatistieken kunnen worden geëxporteerd naar een van de beschikbare rapportindelingen (bijvoorbeeld HTML of XML).

  1. Om de gegevens in de view te exporteren, klikt u op de knop Rapport... Pictogram voor HTML-export op de werkbalk. Het dialoogvenster Nieuw rapportwordt geopend en de beschikbare rapporttypen worden afgebeeld.
  2. Selecteer het rapporttype.
  3. Kruis de optie Editor openen aan om het document te openen met de standaardeditor van het systeem.
  4. Klik op Volgende om verder te gaan.
  5. Selecteer een bovenliggende map en voer een bestandsnaam in.
  6. Klik op Voltooien om het rapport te genereren.

View vernieuwen

De view Geheugenstatistieken kan worden vernieuwd met de knop Vernieuwen Pictogram voor vernieuwen van views op de werkbalk van de profileringsmonitor. Als de view is vernieuwd, worden de wijzigingen aangegeven met deltapictogrammen:

 


Verwante concepten
Overzicht profileringstool
Profileringsresources

Verwante taken
Profileringsfilters toepassen
Een toepassing profileren
Geheugenintensieve klassen aangeven


(C) Copyright IBM Corporation 2000, 2006. Alle rechten voorbehouden.