In het dialoogvenster met toepassingscontextinstellingen vindt u de formatters voor toepassingscontexten in de workbench. Als er meer dan één formatter voor een enkele toepassingsnaam beschikbaar is, kunt u aangeven welke formatter u in de profileringsviews wilt gebruiken.
De tabel "Name van toepassingscontexten" vermeldt alle contextnaam waarvoor een formatter is geïnstalleerd. Selecteer een naam om gegevens over de bijbehorende geïnstalleerde formatter(s) op te vragen. "Java" is de naam van de standaardtoepassingscontext voor gegevenssets waarvoor geen context is opgegeven.
De tabel met contextformatters voor views vermeldt de namen van contextformatters voor de geselecteerde toepassingscontextnaam. Als de lijst meer dan één formatter bevat, wordt de geselecteerde formatter in de profileringsviews gebruikt bij het afbeelden van gegevens voor de toepassingscontext.
De tabel met handlers voor het openen van bronbestanden vermeldt de namen van handlers voor actie "Bron openen" voor de geselecteerde toepassingscontextnaam. De bron "Bron openen" dient om de programmacode weer te geven van een profileringsgegevensitem (zoals een Java-methodenaam). Als de lijst meer dan één handler bevat, wordt de geselecteerde handler gebruikt bij het openen van het bronbestand voor een gegevensitem.
Verwante concepten
Toepassingscontexten in profileringsviews begrijpen
Overzicht profileringstool
Verwante taken
Profileringsvoorkeuren instellen
Een toepassing profileren
Profileringsviews gebruiken voor de analyse van gegevens
Tijdmetingen bekijken:
(C) Copyright IBM Corporation 2000, 2006. Alle rechten voorbehouden.