Problemen in de view voor resultaten van probleemanalyse filteren
Het toevoegen van filters aan de view Resultaten van probleemanalyse zorgt dat u alleen de problemen weergeeft
de door u ingestelde criteria voldoen, zodat u uw aandacht op een beperkt aantal problemen kunt richten. U kunt bijvoorbeeld
filters maken die alleen problemen weergeven met de kenmerkwaarde org.eclipse.tptp.platform.models.symptom.Symptom
.
Een probleemfilter maken
Om een filter te maken, gaat u als volgt te werk:
- Klik op het pijltje van het vervolgkeuzemenu naast de knop Filter op de werkbalk
. Kies Filters beheren.
- Klik in het venster Filters bewerken op Nieuw.
- Selecteer de filter Probleem en klik op OK.
- Geef een filternaam op. Deze naam wordt afgebeeld in de vervolgkeuzelijst met filters.
- Op het tabblad Standaard kunt u desgewenst een tijdbereik instellen door het selectievakje Problemen afbeelden die in het tijdbereik zijn aangemaakt in te schakelen. Geef de begin- en eindtijd van het gewenste aanmaaktijdbereik op. Deze waarden moeten de ISO-indeling jjjj-mm-dd uu:mm:ss.STZD hebben en kunnen tot op de microseconde nauwkeurig worden aangegeven.
- Klik op het tabblad Geavanceerd. Met de geavanceerde filterfunctie kunt u specifieke filtercriteria
voor probleemkenmerken instellen. De tabel Geavanceerd filteren geeft alle gedefinieerde filtercriteria weer. Symptomen
die aan een of meer van de criteria voldoen, worden afgebeeld in de view Resultaten van probleemanalyse.
- Om een item aan de tabel toe te voegen, klikt u op Toevoegen. Selecteer het kenmerk waarop u wilt
filteren in de lijst met
org.eclipse.tptp.platform.models.symptom.Symptom
-kenmerken. Selecteer
de operator (met Lijkt op voert u een patroonzoekopdracht uit). Voer de waarde in die problemen voor
dat kenmerk moeten hebben om weergegeven te worden:
- Gebruik een asterisk (*) om een willekeurige tekenreeks aan te geven.
- Gebruik een rechtopstaand streepje (|) om een niet-exclusieve "of" aan te geven.
- Tijdwaarden moeten de ISO-indeling jjjj-mm-dd uu:mm:ss.STZD hebben. Hierbij geldt:
- jjjj is een jaarwaarde van vier cijfers
- mm is een maandwaarde van vier cijfers
- dd is een dagwaarde van twee cijfers
- uu is een uurwaarde van twee cijfers voor een 24-uursklok
- mm is een minuutwaarde van twee cijfers
- ss.S is een secondewaarde van twee cijfers, met optioneel een waarde achter de decimale komma
- TZD is een aanduiding van de tijdzone. Dit is een tijdcode van zes tekens volgens de Coordinated Universal Time (UTC), bijvoorbeeld +05:00 of -07:00, of de afkorting van een tijdzone, bijvoorbeeld EST of GMT. Zie
http://www.w3.org/TR/NOTE-datetime voor informatie over de indeling en
http://www.timeanddate.com/library/abbreviations/timezones/ voor een lijst van tijdzoneafkortingen.
Klik op OK.
- Om een bestaand item te bewerken, selecteert u het item en klikt u op Bewerken. Pas vervolgens de velden aan.
- Om een item te verwijderen, selecteert u het en klikt u op Verwijderen.
- Selecteer een waarde in de vervolgkeuzelijst met groepsexpressies om items in de tabel met AND of OR te groeperen. De standaardinstelling is AND.
- Klik op OK. De filter wordt gemaakt en toegepast op de inhoud van de view Resultaten van probleemanalyse.
Een probleemfilter bewerken of wissen
Om een filter te bewerken of wissen, gaat u als volgt te werk:
- Klik op het vervolgkeuzemenu naast de knop Filter op de werkbalk van de view Resultaten van probleemanalyse
.
- Kies Filters beheren.
- Selecteer in het venster Filters bewerken de filter die u wilt bewerken of wissen.
- Klik op Bewerken om de filter te bewerken (zie de instructies hierboven voor het maken van een filter) of op Wissen om de filter te verwijderen.
- Klik op OK.
De inhoud van de view Resultaten van probleemanalyse die werd gefilterd door de gewijzigde of gewiste filter, wordt nu weergegeven op grond van de wijzigingen (in het geval van een gewiste filter worden dus alle problemen afgebeeld).
Filterkenmerken
Om aan te passen welke kenmerken worden afgebeeld in het detailvenster van de view Resultaten van probleemanalyse wanneer u een probleem selecteert, gaat u als volgt te werk:
-
Klik op de knop Filterkenmerken
.
Deze knop bevindt zich op de werkbalk van de view Resultaten van probleemanalyse. Het dialoogvenster Filterkenmerken wordt geopend.
-
Selecteer de kenmerken die u wilt afbeelden, of wis de kenmerken die u niet wilt afbeelden.
-
Voor het besturen van de volgorde, gebruikt u de knoppen Omhoog en Omlaag.
-
Klik op OK.
De lijst met problemen wordt vernieuwd en de kenmerken die zijn opgegeven in de filter voor kenmerken van problemen worden afgebeeld.
Verwante concepten
Problemen in decentrale toepassingen vaststellen met behulp van de Log and Trace Analyzer
Verwante taken
Logboekrecords analyseren
Voorkeuren instellen voor de Analyzer voor logboek en tracering
Verwante onderwerpen
De view Resultaten van probleemanalyse
(C) Copyright IBM Corporation 2000, 2006. Alle rechten voorbehouden.