Een server maken

U kunt een server maken om de runtimeomgeving aan te geven die u wilt gebruiken om de projectresources te testen. Met Een server maken wordt een pointer gemaakt van de workbench naar een bestaande server, waarbij de bestaande server reeds is gemaakt door een toepassingenserver te installeren.

Een server maken:
  1. Klik op de menubalk op Bestand > Nieuw > Overige.
  2. Vouw Server uit en selecteer Server.
  3. Klik op Volgende. De wizard Nieuwe server wordt geopend. Deze wizard definieert een nieuwe server, die informatie bevat waarmee wordt verwezen naar een specifieke runtimeomgeving voor lokaal testen of testen op afstand, of voor het publiceren van een toepassingenserver.
  4. In het veld Hostnaam server kunt u de volledige DNS-naam of het IP-adres opgeven van de hostmachine waarop de server draait. De standaardwaarde van dit veld is localhost
  5. In de lijst Selecteer het servertype selecteert u het servertype of de testomgeving waarin u uw resources wilt testen of publiceren.
    1. (Optioneel) In het gedeelte Beschrijving vindt u beknopte informatie over de server.
    2. (Optioneel) In de keuzelijst Bekijken op kunt u selecteren hoe u de lijst van beschikbare servers wilt afbeelden in de lijst Selecteer het servertype:
    Optie Beschrijving
    Naam De lijst van beschikbare servers wordt alfabetisch gesorteerd.
    Leverancier De lijst van beschikbare servers wordt gegroepeerd per leverancier.
    Versie De lijst van beschikbare servers wordt gegroepeerd op basis van de versie van de servers.
    Module-ondersteuning De lijst van beschikbare servers wordt gegroepeerd op basis van het ondersteunde specificatieniveau van de J2EE-module van de server.
  6. Klik op Volgende en volg de instructies in de wizard om de gegevens op te geven van de server die u wilt maken. Voor meer informatie over de velden in de wizard, selecteert u het veld en drukt u op F1.
  7. Klik op Voltooien. De nieuwe server verschijnt in de view Servers in de kolom Server.