Een teststartconfiguratie maken

Voor het uitvoeren van een handmatige testsuite is een nieuwe startconfiguratie vereist. Zodra de testconfiguratie wordt uitgevoerd, wordt in een testlogboek vermeld dat de handmatige testsuite is gestart.

Open het dialoogvenster Uitvoeren om de testconfiguratie te maken. Klik met de rechtermuisknop op een testsuitebestand in de Testnavigator en ga naar Uitvoeren als > Uitvoeren in het voorgrondmenu. Het dialoogvenster Uitvoeren wordt geopend.

U kunt de testconfiguratie maken door Testen te selecteren in de lijst Configuraties en op het pictogram Nieuw te klikken. De testconfiguratie wordt gemaakt en krijgt standaard de naam Nieuwe_configuratie. U kunt de standaardnaam bewerken in het veld Naam, dat u boven aan het dialoogvenster Uitvoeren vindt.

De testconfiguratie moet aan een handmatige testsuite en de ingebruikname ervan worden gekoppeld. Selecteer het tabblad Testen aan de rechterzijde van het dialoogvenster Uitvoeren en voer de volgende stappen uit:

  1. Selecteer de handmatige testsuite die moet worden uitgevoerd. Selecteer de handmatige testsuite in de sectie 1. Selecteer de test die u wilt uitvoeren van het tabblad Testen.
  2. Selecteer de ingebruikname waarmee de handmatige testsuite moet worden uitgevoerd. Selecteer de ingebruiknamelocal_deployment in het 2. Selecteer een ingebruikname van het tabblad Test.
  3. U kunt de standaardinstellingen van het gegenereerde testlogboek eventueel vervangen. Standaard is de naam van het testlogboek gelijk aan de naam van de handmatige test en wordt het logboek in de hoofddirectory van hetzelfde project als de handmatige test opgeslagen. Selecteer het tabblad Testlogboeken aan de rechterzijde van het dialoogvenster Uitvoeren en voer de volgende stappen uit:

    • Schakel het selectievakje Standaardwaarden gebruiken boven aan het tabblad Testlogboeken uit.
    • Geef de standaardnaam van het gegenereerde testlogboek op in het veld Naam onder het selectievakje Standaardwaarden gebruiken.
    • Kruis het selectievakje Bestaande testlogboeken overschrijven onder het veld Naam aan om een bestaand testlogboek met dezelfde naam op dezelfde locatie te vervangen. Als dit aankruisvakje niet is ingeschakeld, krijgt het gegenereerde testlogboek een unieke naam. Wijzig de standaardlocatie van het gegenereerde testlogboek in de sectie Locatie onder aan het tabblad Testlogboeken.
  4. Wijzig eventueel de generieke startconfiguratie-eigenschappen. Als u wilt kunt u de standaardinstellingen vervangen door de generieke startconfiguratie-eigenschappen.
  5. Sla de testconfiguratie op door op de knop Toepassen onder aan het dialoogvenster Uitvoeren te klikken.

Verwante taken
Een handmatige testsuite uitvoeren
Een testingebruikname maken

Verwante onderwerpen
Generieke startconfiguratie-eigenschappen

(C) Copyright IBM Corporation 2000, 2006. Alle rechten voorbehouden.