Logboekrecords in de view Logboek filteren

Het toevoegen van filters aan de view Logboek zorgt dat u alleen de logboekrecords weergeeft die aan de zoekcriteria voldoen, zodat u uw aandacht op kleinere sets logboeken kunt richten. U kunt filters maken die alleen logboekrecords weergeven met een bepaalde severity of andere Common Base Event-eigenschappenwaarden.

Logboekrecordfilters zijn van toepassing op de volledige inhoud van de view Logboek, zowel voor logboeken als voor correlaties waarin veel logboeken zijn opgenomen. Als u een ander item selecteert in de Logboeknavigator, wordt de inhoud van de view Logboek gewijzigd, maar de filter blijft actief tot u een andere filter toepast.

Opmerking: U kunt logboekrecords ook filteren terwijl u een logboekbestand importeert. Filters die in de logboekview zijn gedefinieerd, zijn aanvullende filters voor wat u hebt geïmporteerd. U kunt de filters van de view Logboek niet gebruiken om filters "ongedaan te maken" die u tijdens het importeren gebruikt. Als u meer logboekrecords wilt gebruiken dan met de importfilters mogelijk is, moet u het logboek nogmaals importeren, maar dan met een een minder beperkende filter.

Logboekrecordfilters maken

Om een filter te maken, gaat u als volgt te werk:

  1. Klik op het pijltje van het vervolgkeuzemenu naast de knop Filter op de werkbalk Vervolgkeuzepictogram van filter. Kies Filters beheren.
  2. Klik in het venster Filters bewerken op Nieuw.
  3. Selecteer de filter Logboek en klik op OK.
  4. Geef een filternaam op. Deze naam wordt afgebeeld in de vervolgkeuzelijst met filters.
  5. U kunt optioneel criteria opstellen voor het severityniveau door te klikken op het selectievakje Events weergeven op severity. Markeer het selectievakje Fouten, Waarschuwingen of Informatie of een combinatie hiervan om aan te geven welke recordtypen moeten worden weergegeven in de view Logboek.
  6. Klik op het tabblad Geavanceerd. Met geavanceerd filteren kunt u specifieke filtercriteria opstellen voor Common Base Event-kenmerken. De tabel Geavanceerd filteren geeft alle gedefinieerde filtercriteria weer. Logboekrecords die aan een of meer criteria voldoen, worden afgebeeld in de view Logboek.
  7. Om een item aan de tabel toe te voegen, klikt u op Toevoegen. Selecteer het kenmerk dat u wilt filteren in de lijst met Common Base Event-kenmerken. Selecteer de operator (met Lijkt op voert u een patroonzoekopdracht uit). Voer de waarde in die logboekrecords voor het kenmerk moeten hebben om weergegeven te worden:

    Klik op OK.

  8. Om een bestaand item te bewerken, selecteert u het item en klikt u op Bewerken. Pas vervolgens de velden aan.
  9. Om een item te verwijderen, selecteert u het en klikt u op Verwijderen.
  10. Selecteer de vervolgkeuzelijst met groepsexpressies om items in de tabel met AND of OR te groeperen. Standaard wordt de voorwaarde AND gehanteerd.
  11. Klik op OK. De filter wordt gemaakt en toegepast op de inhoud van de view Logboek.

Tip: Als u in het deelvenster Logboekrecords van de view Logboek met de rechtermuisknop op een logboekrecord klikt en Naar klembord kopiëren selecteert, wordt de eigenschap van het bericht (msg) van het betreffende logboekrecord gekopieerd naar het klembord. Dit is nuttig om te kunnen plakken naar editors voor filters en probleemdatabases.

Logboekrecordfilters toepassen op een logboek of correlatie

U past als volgt een filter toe op een logboek of correlatie:

  1. Selecteer het logboek of de correlatie in de Logboeknavigator zodat deze wordt weergegeven in de view Logboek.
  2. Klik op het vervolgkeuzemenu naast de knop Filter op de werkbalk van de view Logboek Vervolgkeuzepictogram van filter.
  3. Selecteer de filter die u wilt toepassen.

De filter verwijdert alle logboekrecords uit de view die niet aan de criteria voldoen. Ze zijn nog wel aanwezig, maar niet zichtbaar in de view Logboek. Als u een ander logboek of een andere correlatie selecteert in de Logboeknavigator, wordt de filter toegepast tot u een andere filter selecteert in de vervolgkeuzelijst.

De filters die u hier toepast, zijn ook van toepassing op de view Logboekinteracties en blijven dus actief als u naar de andere view overschakelt.

Logboekrecordfilters bewerken of wissen

Om een filter te bewerken of wissen, gaat u als volgt te werk:

  1. Klik op het vervolgkeuzemenu naast de knop Filter op de werkbalk van de view Logboek Vervolgkeuzepictogram van filter.
  2. Kies Filters beheren.
  3. Selecteer in het venster Filters bewerken de filter die u wilt bewerken of wissen.
  4. Klik op Bewerken om de filter te bewerken (zie de instructies hierboven voor het maken van een filter) of op Wissen om de filter te verwijderen.
  5. Klik op OK.

De inhoud van de view Logboek die werd gefilterd door de gewijzigde of gewiste filter, wordt nu weergegeven op grond van de wijzigingen (in het geval van een gewiste filter worden dus alle logboekrecords afgebeeld).

Logboekrecordeigenschappen filteren

Welke logboekrecordeigenschappen worden weergegeven in het venster Eigenschappen kunt u aanpassen als u een logboekrecord selecteert in de view Logboek:

  1. In de view Logboek klikt u op Filtereigenschappen  De werkbalkknop Filtereigenschappen in the Log view tool bar. Het dialoogvenster Filtereigenschappen wordt geopend.
  2.  
  3. Selecteer de eigenschappen die u wilt weergeven, of wis de eigenschappen die u niet wilt afbeelden.
  4. Voor het besturen van de volgorde, gebruikt u de knoppen Omhoog en Omlaag.
  5. Klik op OK.  

De lijst met records wordt vernieuwd en de eigenschappen die zijn opgegeven in de filter voor logboekrecordeigenschappen worden afgebeeld.

Verwante concepten
Problemen in decentrale toepassingen vaststellen met behulp van de Log and Trace Analyzer

Verwante taken
Werken met logboeken
Logboekrecords sorteren
Een logboek analyseren
Voorkeuren instellen voor de Analyzer voor logboek en tracering
Logboeken op één lijn brengen
Een logboek importeren

Verwante onderwerpen
Indelingsspecificatie Common Base Event
View Logboek