Beans en BeanInfo-klassen in verschillende projecten bewaren

Als u klassen ontwerpt in de Visual Editor, kunt u .java-bestanden en BeanInfo-klassen opslaan in verschillende projecten. Hierdoor kunt u de klassen eenvoudig afzonderlijk ontwikkelen en in gebruik nemen.

MyProject bevat bijvoorbeeld de klasse runtimeclasses.MyJavaBean. Het tweede project MyBeanInfoProject bevat het pakket beaninfoclasses.MyJavaBeanBeanInfo.

Omdat een BeanInfo-klasse de klasse die zij vertegenwoordigt moet kennen, moet MyProject zijn opgenomen in het Java-buildpad van MyBeanInfoProject. Let erop dat het omgekeerde niet waar is - in het buildpad van MyProject mag MyBeanInfoProject niet zijn opgenomen, omdat dit een verwijzende lus veroorzaakt.

Om de workbenchinstellingen zo te configureren dat de BeanInfo-klassen in een ander project worden opgeslagen dan de .java-bestanden, gaat u als volgt te werk:

  1. Klik in het perspectief Java met de rechtermuisknop op het project dat de BeanInfo-klassen bevat en kies Eigenschappen in het voorgrondmenu. Het venster Eigenschappen wordt geopend.
  2. Kies Java-buildpad. Klik op de tab Projecten en voeg het project met de Java-beans (.java-bestanden) toe aan het buildpad. Hiermee definieert u de locatie van de klassen die in runtime vereist zijn en niet tot het huidige project behoren. Er is nu voldaan aan de hierboven beschreven vereisten. Sluit het venster Eigenschappen.
  3. Open het venster Eigenschappen van het project met de .java-bestanden en kies BeanInfo-pad. Klik op het tabblad BeanInfo-klassen.
  4. Klik op de knop Projecten toevoegen. Er wordt een dialoogvenster met alle beschikbare projecten geopend. U kunt het tekstveld aan de bovenzijde van het venster gebruiken om de lijst te filteren. Als u het project met de BeanInfo-klassen hebt gevonden, selecteert u het en klikt u op OK.
  5. Het project wordt nu opgenomen in het klassenpad van de Virtual Machine die voor introspectie wordt gebruikt, maar u moet ook de pakketten opgeven die de BeanInfo-klassen bevatten. Hiertoe selecteert u het project met de BeanInfo-klassen en klikt u op de knop Pad aanpassen. Selecteer in het venster Zoekpad aanpassen het pakket met de BeanInfo-klassen door te klikken op Pakketten kiezen. Het dialoogvenster Pakketten selecteren wordt geopend. Hierin is een structuuroverzicht weergegeven van de pakketten in het project.
  6. Selecteer het pakket dat de BeanInfo-klassen bevat. Als er meer dan één pakket in aanmerking komt, selecteert u deze één voor één. U kunt ook de knoppen Omhoog en Omlaag gebruiken om de volgorde te bepalen waarin de pakketten worden doorzocht.

U bent nu klaar met het opgeven van de locatie van BeanInfo-klassen die in een andere project zijn ondergebracht.

Opmerkingen:

(C) Copyright IBM Corporation 1999, 2004. Alle rechten voorbehouden.