Een profiel maken van een Java-toepassing door verbinding met een Java-proces
Om een actieve toepassing die in de profileringswerkstand is gestart lokaal te profileren, gebruikt u een geïntegreerde agentcontroller in plaats van een gewone agentcontroller.
- Ga naar Uitvoeren > Profiel.... De wizard Profiel wordt geopend.
- Selecteer in het linkergedeelte Configuraties) Toevoegen - Java-proces.
- Klik op Nieuw.
Er wordt een nieuwe configuratie gemaakt met de standaardnaam Nieuwe_configuratie. U kunt eventueel een duidelijkere naam opgeven.
- Selecteer op het tabblad Host, in de sectie Standaardhosts, Lokale directe verbinding.

- Ga naar het tabblad Agents en selecteer de agent die u wilt aankoppelen.
- Ga naar het tabblad Profileren en selecteer het type profileringsgegevens dat u wilt verzamelen.
- Klik op Profiel. De toepassing wordt door de geïntegreerde agentcontroller in de profileringswerkstand gestart, waardoor ook de profileringsagent actief wordt. De workbench wordt automatisch aan de profileringsagent gekoppeld en het profileren kan van start gaan.
Opmerking
Als de lokale agentcontroller actief is, wordt deze gebruikt in plaats van de geïntegreerde agentcontroller.
Verwante taken
Werken met de agentcontroller
Profileren met een geïntegreerde agentcontroller