De voorkeur van de TCP/IP-monitor definiëren

Op de pagina Voorkeuren kunt u de kenmerken van de TCP/IP-monitor definiëren. Ga als volgt te werk om deze voorkeuren te definiëren:

  1. Kies Venster > Voorkeuren op de werkbalk.
  2. Vouw in het venster Voorkeuren Uitvoeren/fouten opsporen uit en selecteer TCP/IP-monitor.
  3. Selecteer het vakje TCP/IP-monitorview afbeelden bij activiteit als u wilt dat de view TCP/IP-monitor wordt afgebeeld bij activiteit via een TCP/IP-monitoringserver.
  4. Ga als volgt te werk om een TCP/IP-monitoringserver toe te voegen:
    1. Klik onder de lijsten van TCP/IP-monitors op Toevoegen. Het venster Nieuwe monitor wordt geopend.
    2. Geef de volgende instellingen op en klik daarna op OK:
    Optie Beschrijving
    Lokale monitorpoort Geef een uniek poortnummer voor uw lokale machine op.
    Hostnaam Geef de hostnaam of het IP-adres op van de machine waarop de server draait.
    Poort Geef het poortnummer op van de server op afstand.
    Type Geef aan of het aanvraagtype van de webbrowser wordt verzonden via HTTP of TCP/IP. Is HTTP geselecteerd, dan geldt voor de aanvragen van de webbrowser dat deze gewijzigd worden en de HTTP-header naar de computer op afstand verwijst en de aanvragen gescheiden worden als er meerdere HTTP-aanvragen over dezelfde verbinding worden ontvangen. Als TCP/IP is geselecteerd, worden alle aanvragen byte voor byte verzonden en worden opdrachten die de TCP/IP-monitor doorstuurt niet omgezet.
    Timeout voor verbinding Geef de wachttijd, in milliseconden, op voordat de TCP/IP-verbinding met een server wordt verbroken.
  5. Gebruik de knoppen Starten en Stoppen om de TCP/IP-monitoringservers te beheren. De TCP/IP Monitor-tabel bevat lijsten van de beschikbare TCP/IP-monitoringservers. Vanuit de tabel TCP/IP-monitor kunt u servers toevoegen, bewerken, verwijderen en stoppen. In de kolom Status ziet u of de server van de TCP/IP-monitor gestart of gestopt is. De kolom Hostnaam bevat de hostnaam of het IP-adres van de computer waarop de server wordt uitgevoerd. In de kolom Type wordt aangegeven of de aanvragen van de webbrowser via HTTP of TCP/IP worden verzonden.
  6. Klik op Toepassen en daarna op OK om de wijzigingen op te slaan.
Verwante verwijzing
View TCP/IP-monitor