Een webserviceclient maken met Ant-taken in de workbench

U kunt Ant gebruiken om via het Eclipse-werkgebied een webservice te genereren in de Axis-runtimeomgeving. Ant-taken ondersteunen het ontwikkelen van webservices van boven naar beneden en van beneden naar boven.

Voordat u de webservice maakt, doet u het volgende:
Om de webservice te maken, moet u het Ant-bestand en het service-Ant-eigenschappenbestand wijzigen.
  1. Bewerk het Ant-bestand (wsgen.xml) dat u in de vereiste stappen hebt geïmporteerd. Zorg ervoor dat het verwijst naar het Ant-eigenschappenbestand van de service: het moet een regel bevatten die begint met <property file="axisservice.properties"/>. Sla de wijzigingen op die u hebt aangebracht.
  2. Bewerk het bestand axisservice.properties dat u in de vereiste stappen hebt geïmporteerd.
    1. Zorg ervoor dat de parameter scenarioType is ingesteld op de service.
    2. Stel de werkgebiedparameter zo in dat deze verwijst naar het locatie van het WSDL-bestand of de Java-bean.
    3. Alle overige parameters zijn optioneel en moeten worden gewist als ze niet expliciet worden ingesteld. De standaardwaarden voor de overige parameters worden opgehaald uit de dynamische projectinstellingen en -voorkeuren. Voor meer informatie over het instellen van de parameters raadpleegt u:
    Sla het bestand axisservice.properties op.
  3. Klik met de rechtermuisknop op wsgen.xml en kies Uitvoeren als > Ant-build...
  4. Kies in het dialoogvenster dat wordt geopend de tab JRE en selecteer Uitvoeren in zelfde JRE als het werkgebied. Klik op Toepassen en daarna op Uitvoeren.
  5. Nadat de webservice is gegenereerd, verschijnt in de console het bericht Build geslaagd.
De WSDL-bestand voor de service wordt gemaakt en in de map WebContent\wsdl van het webproject geplaatst. De volgende bestanden worden gemaakt en in een subdirectory van de map WebContent\WEB-INF van het webproject geplaatst: Als u een webservice van boven naar beneden maakt, worden webservicebestanden gegenereerd die lijken op de onderstaande. Deze bestanden worden geplaatst in de map src van het webproject. De bestanden voor de webservice kunnen verschillen, afhankelijk van het WSDL-bestand waarop de webservice is gebaseerd: