Relatie tussen UDDI en WSIL

De WSIL-specificatie (Web Services Inspection Language) en de UDDI-specificatie (Universal Description, Discovery, and Integration) zijn beide ontworpen om het opsporen van webservices te vereenvoudigen. Elke specificatie wordt gekenmerkt door een eigen benadering voor het opsporen van webservices. De twee specificaties kunnen zowel afzonderlijk als gezamenlijk worden gebruikt; bij een WSIL-zoekbewerking kunnen items in UDDI worden gevonden.

De UDDI-specificatie pakt het opsporen van webservices aan via een gecentraliseerd model. Er worden een of meer registers gemaakt voor het herbergen van gegevens over bedrijven en de services die door deze services worden geleverd. Aanvragen en bijwerkacties met betrekking tot de gegevens van de services en bedrijven worden rechtstreeks via de repository's verwerkt. Bovendien schrijft UDDI een specifieke indeling voor een gedeelte van de opgeslagen beschrijvingsgegevens voor. Om uitgebreid (gericht) zoeken mogelijk te maken, wordt er vanuit gegaan dat andere beschrijvingsgegevens ook in het systeem zullen worden opgeslagen en geregistreerd.

UDDI-systemen maken gerichte opsporingspatronen mogelijk, omdat ze op georganiseerde repository's met voorzieningen voor uitgebreid zoeken zijn gebaseerd. Zo worden aanvragers geholpen bij het opsporen van mogelijke communicatiepartners. Om geavanceerde functionaliteit te kunnen bieden, moet voor UDDI echter een bepaalde infrastructuur in gebruik worden genomen en worden onderhouden, waardoor de bedrijfskosten stijgen. Bovendien zijn er kosten verbonden aan het gesynchroniseerd houden van de verschillende versies, tenzij de servicebeschrijvingen alleen in UDDI zijn opgeslagen.

De WSIL-specificatie is gebaseerd op een volledig gedistribueerd model voor het verstrekken van gegevens met betrekking tot services. De servicebeschrijvingen kunnen op een willekeurige locatie worden opgeslagen en aanvragen voor het ophalen van de gegevens worden meestal rechtstreeks bij de aanbiedende entiteiten ingediend. De WSIL-specificatie schrijft geen specifieke indeling voor de servicegegevens voor, maar steunt op andere standaarden, waaronder UDDI, om de beschrijvingsindelingen te definiëren. Verder steunt de WSIL-specificatie op bestaande webtechnologieën en een infrastructuur om methoden voor het publiceren en ophalen van de documenten te bieden.

Met WSIL is het mogelijk servicegegevens te verspreiden via bestaande protocollen, direct vanaf het punt waar de service wordt aangeboden. Zo is het mogelijk enkelvoudige doelen gericht op te sporen. Vanwege het gedecentraliseerde en gedistribueerde model is WSIL niet geschikt voor gerichte opsporing als de communicatiepartner onbekend is.

U moet de UDDI- en WSIL-specificaties beschouwen als elkaar aanvullende technologieën die afhankelijk van de situatie samen of afzonderlijk kunnen worden ingezet. Een UDDI-repository kan bijvoorbeeld worden gevuld op basis van de resultaten die het zoeken naar WSIL-documenten heeft opgeleverd. Ook kan een UDDI-repository zelf worden opgespoord als een aanvrager een WSIL-document ophaalt dat naar een item in de repository verwijst. In omgevingen waar de geavanceerde functionaliteit van UDDI niet nodig is en voorwaarden de beschikbaarheid ervan verhinderen, biedt de WSIL-methode alle benodige voorzieningen. In situaties waarin gegevens centraal moeten worden beheerd, is een UDDI-oplossing de beste keuze. Beschouw de UDDI- en WSIL-specificaties niet als elkaar uitsluitende methoden.

Opmerking: UDDI en WSIL bevatten beide alleen verwijzingen naar WSDL en niet de WSDL-documenten zelf.