Profileringsmonitor gebruiken

Als u een Java-proces start of aankoppelt, wordt een logische voorstelling van het proces in de profileringsmonitor afgebeeld. Deze voorstelling, het procesobject, wordt aangegeven met een naam en een ID-nummer (PID). Deze worden in de view samen met de gekoppelde agents afgebeeld. De agents verzamelen profileringsgegevens uit het Java-proces die geanalyseerd kunnen worden.

Vereisten

Deze view beeldt de volgende profileringsresources af. Deze worden gemaakt tijdens een profileringssessie en samen met andere profileringsresources uit aanvullende tools afgebeeld:

  1. Monitors Pictogram host
  2. Hosts Pictogram host
  3. Processen Pictogram proces
  4. Agents (profilering en logboek) pictogram agent beëindigd pictogram agent onderbroken pictogram agent ontkoppeld pictogram agent-bewaking
  5. Geselecteerde profileringstypen pictogram beëindigde agent pictogram onderbroken agent pictogram ontkoppelde agent

Verschillende layouts afbeelden

De profileringsmonitor biedt twee verschillende layouts voor het bekijken van profileringsresources.

  1. Om de eenvoudige layout te openen, klikt u op het vervolgkeuzemenu en kiest u Eenvoudige layout.
    De eenvoudige layout wordt geopend. De geselecteerde hosts, processen, agents en profileringstypen worden afgebeeld. Deze view is nuttig bij het bekijken van niet-decentrale toepassingen.

    Profileringslayout in eenvoudige layout

  2. Om de eenvoudige layout te openen, klikt u op het vervolgkeuzemenu en kiest u Decentrale layout. De decentrale layout wordt geopend. De monitors en knooppunten worden afgebeeld, alsmede de hosts, processen, agents en profileringstypen. Deze layout is nuttig bij het bekijken van decentrale toepassingen. De processen hebben geen hostinformatie, omdat ze in het hostknooppunt zijn gegroepeerd.

    Profileringsmonitor in decentrale layout

  3. De profileringsprojecten zijn in beide layouts standaard verborgen. Om de projecten met de profileringsresources weer te geven, doet u het volgende:

Profileringssessie beheren

Met de set werkbalkopties en opties in het voorgrondmenu kunt u de profileringssessie beheren.

De agent beheren die de gegevens ophaalt

Er zijn besturingselementen beschikbaar om de agent te beëindigen of de bewaking van een agent te starten of te onderbreken. Ook kunt u agents koppelen of ontkoppelen.
  1. Om een actie op een agent uit te voeren, klikt u met de rechtermuisknop op de agent en selecteert u een van de beschikbare acties.
  2. Met de besturingsfuncties op de werkbalk kunt u ook de agent en het actieve proces pictogram Beëindigen beëindigen, pictogram Starten starten of een agent pictogram Onderbreken onderbreken.
  3. Om een nieuwe basisregel voor de profileringsgegevens in te stellen, klikt u met de rechtermuisknop op de agent en kiest u Gegevens opnieuw instellen. Nadat de actie uitgevoerd is, wordt een nieuwe traceringsagent gemaakt onder het bestaande procesitem en haalt de agent profileringsgegevens op.

Het proces beheren

Er zijn besturingsfuncties beschikbaar om het proces te beëindigen, objectverwijzingen te verzamelen of het geselecteerde proces op te schonen.

  1. Om een actie op een proces uit te voeren, klikt u met de rechtermuisknop op de proces en selecteert u een van de beschikbare acties.
  2. Met de besturingsfuncties op de werkbalk kunt u ook de agent en het actieve proces beëindigen Pictogram voor beëindigen, een opschoning voor het proces uitvoeren Pictogram voor opschonen of objectverwijzingen verzamelen Pictogram voor objectverwijzingen verzamelen voor het proces.

Werken met profileringsviews

U kunt verschillende profileringsviews openen in de profileringsmonitor waarin u de verzamelde gegevens kunt analyseren.

  1. Als u de verzamelde gegevens in een profileringsview wilt analyseren, klikt u met de rechtermuisknop op een proces en kiest u Openen met > (naam van de view). De beschikbaarheid van de views is afhankelijk van de opgegeven profileringscriteria.
  2. On het verzamelen van gegevens te synchroniseren met de geopende views, klikt u op de werkbalk op Koppelen aan viewer Pictogram Koppelen aan viewer.
  3. Om de geopende views te vernieuwen en de verzamelde gegevens weer te geven, klikt u op de werkbalk op Views vernieuwen Pictogram voor bijwerken van profileringsviews.

Verwante concepten
Overzicht profileringstool

Verwante taken
Een toepassing profileren

Verwante onderwerpen
Profileringsresources