Een logboek importeren
U kunt als volgt een logboekbestand importeren, zodat u het kunt analyseren en samenvoegen met andere logboekbestanden:
- Selecteer Bestand > Importeren.... De pagina Selecteren van de wizard Importeren wordt geopend.
- In de lijst met de typen importbronnen, selecteert u Profilering en vastleggen in logboeken> Logboekbestand.
Klik op Volgende.De pagina Logboek importeren wordt geopend.
- Voeg logboekbestanden voor het importeren toe door te klikken op Toevoegen.
- Selecteer het type logboekbestand. Klik op het tabblad Hostnaam.
- Selecteer de lokale host of een host op afstand in de lijst Standaardhosts.
- Als u een logboek van een host op afstand gaat importeren, let er dan op dat de agentcontroller wordt uitgevoerd en op de juiste wijze is geconfigureerd op de host op afstand.
- Als de vereiste host niet op de lijst staat, kunt u de naam of het IP-adres invoeren in het betreffende veld en op Toevoegen klikken.
- U kunt een logboek importeren van een host op afstand zonder dat de agentcontroller op de host op afstand actief is. Als u van een locatie op afstand wilt importeren, moet u een FTP- of HTTP-URL opgeven die naar een logboek of een ZIP-archief met meerdere logboeken van hetzelfde type verwijst. Het logboekbestand wordt eerst lokaal gedownload en vervolgens in het werkgebied geïmporteerd.
De runtime zal het transportprotocol vaststellen aan de hand van het prefix van het bestandspad. De hostnaam en andere agentcontroller-gegevens die op het tabblad Hostnaam zijn ingevuld, worden hierbij genegeerd.
Klik op de tab Details.
- Selecteer het logboektype.
Opmerking 1: de lijst van logboektypen kan worden gefilterd, zodat alleen de typen worden afgebeeld die u wilt zien. U kunt een filter als volgt op een logboektype toepassen:
- Selecteer een bestaande filter.
- Typ de filter in de keuzelijst Filter. De filter kan jokertekens bevatten (*, ?).
Opmerking 2: selecteer het selectievakje Categorieën afbeelden om categorieën (sets) van de logboekparser afwisselend weer te geven of te verbergen.
- Voer het pad van het bestand in dat wordt geïmporteerd.
Opmerking 1: dit pad is hoofdlettergevoelig op alle platformen, waaronder Windows. Gebruik de knop Bladeren om het gewenste bestand te zoeken en problemen met hoofdlettergebruik te voorkomen.
Opmerking 2: u kunt meerdere logboekbestanden van hetzelfde type uit één directory gelijktijdig importeren door een expressie met aanhalingstekens op te geven in het veld voor het pad naar het logboekbestand. Om bijvoorbeeld alle logboeken uit de directory d:\temp te importeren, typt u d:\temp\".*" in het veld. Volg de syntaxisregels voor expressies van java.util.regex.Pattern. U kunt ook via het bladerdialoogvenster meerdere logboekbestanden opgeven.
Opmerking 3: als u van een locatie op afstand wilt importeren, moet u een FTP- of HTTP-URL opgeven die naar een logboek of een ZIP-archief met meerdere logboeken van hetzelfde type verwijst. Het logbestand wordt eerst lokaal gedownload en vervolgens in het werkgebied geïmporteerd.
- Selecteer de versiegegevens van het programma waarmee het logboekbestand is gemaakt.
Opmerking: sommige logboektypen vereisen mogelijk een tekencodering, een locale, informatie met betrekking tot de tijdzone of een standaarddatum voor het importeren van een logboekbestand.
Het normaliseren van de tijdsaanduidingen van logboekrecords op dezelfde tijdzone komt van pas wanneer u logboeken op tijd correleert. Voor sommige logboektypen is alleen een tijdsaanduiding zonder datum beschikbaar. Er moet dan een standaarddatum worden opgegeven om de tijdsaanduidingen van de logboekrecords aan te vullen.
- Als er een tekencodering vereist is, selecteert u de codering waarmee het logboek is gegenereerd of selecteert u Standaard voor de standaardtekencodering op het systeem waarop de parser wordt uitgevoerd.
- Als er een locale vereist is, selecteert u de locale die specifiek voor het logboek geldt of selecteert u Standaard om de locale te gebruiken van het systeem waarop de parser wordt uitgevoerd.
- Als er een tijdzone vereist is, selecteert u de tijdzone waarop alle tijdsaanduidingen van de logboekrecords moeten worden genormaliseerd of selecteert u Standaard om de tijdzone te gebruiken van het systeem waarop de parser wordt uitgevoerd.
- Als er een standaarddatum vereist is, geeft u waar nodig een jaar, maand of dag of een combinatie hiervan op.
- Klik op de tab Bestemming.
- Geef het bestemmingsproject op in het veld Project en de naam van de logische groeperingseenheid in het veld Monitor. (Een logische groeperingseenheid is een verzameling geïmporteerde logboeken in de view Logboeknavigator. U kunt verschillende monitors instellen voor het groeperen van de logboeken. Tip: u kunt de groeperingen bekijken via de pijl omlaag op de werkbalk van het deelvenster Logboeknavigator).
- Geef aan of de bestemming een bestaand logboekbestand is.
Als de bestemming een bestaand logboek vervangt of er aan toevoegt, voert u de volgende stappen uit:
- Selecteer het selectievakje Het logboekbestand samenvoegen met een bestaand logboekbestand.
- Selecteer het logboek dat wordt vervangen of uitgebreid. Klik op OK.
- Kies Vervangen of Toevoegen. Klik op OK.
- Klik op het tabblad Filter. Door middel van filters kunt u het aantal geïmporteerde logboekrecords verkleinen op basis van filtercriteria. Als u op dit tabblad niets invoert, worden alle logboekrecords geïmporteerd uit het geselecteerde logboekbestand.
- Optioneel: Selecteer een eerder gedefinieerde filter of maak een nieuwe filter voor dit bestand. Als u een filter wilt maken om alleen bepaalde logboekrecords te importeren, gaat u als volgt te werk:
- Klik op Nieuw.
- Selecteer Logboek importeren als filtertype. Klik op OK.
- Geef de naam van de filter op in het dialoogvenster Filter bewerken. De filter met deze naam wordt afgebeeld in de lijst met beschikbare filters en kan worden toegepast op willekeurige logboekbestanden.
- Definieer de filter door een of beide filtermechanismen te gebruiken op het tabblad Standaard of Geavanceerd. Op het tabblad Standaard kunt u snel eenvoudige, algemene filters instellen. Op het tabblad Geavanceerd kunt u aangepaste filters maken.
- U definieert als volgt een standaardfilter:
- Plaats een vinkje in het selectievakje Filteren op events om een aantal events of alle events uit een bepaalde periode aan het begin of het einde van het logboekbestand te importeren. Geef in het eerste veld vervolgens aan of u events van het begin (eerste) of het einde (laatste) van het logboekbestand wilt importeren. Geef in het derde veld aan of u events binnen een aantal seconden of een aantal events wilt importeren. Geef in het tweede veld het aantal seconden aan dat u wilt importeren.
Als u bijvoorbeeld de eerste 400 events vanaf het begin van het logboek wilt importeren, ziet u: eerste 400 events. Als u alle events tijdens de laatste 10 seconden van het logboek wilt importeren, ziet u: laatste 10 seconden.
- Plaats een vinkje in het selectievakje Events afbeelden op severity om logboekrecords van bepaalde severity's te importeren. Schakel vervolgens de selectievakjes in naast Fouten, Waarschuwingen en Informatie om de te importeren typen aan te geven.
- U definieert als volgt een geavanceerde filter:
- Klik op het tabblad Geavanceerd. In de filtertabel Geavanceerd worden alle gedefinieerde filtercriteria weergegeven. Logboekrecords die aan een of meer criteria voldoen, worden geïmporteerd.
- Om een item aan de tabel toe te voegen, klikt u op Toevoegen. Selecteer het te filteren kenmerk uit de lijst met primaire Common Base Event-kenmerken. Selecteer
de operator (met Lijkt op voert u een patroonzoekopdracht uit). Voer de waarde in die logboekrecords voor het kenmerk moeten hebben om geïmporteerd te worden:
- Gebruik een asterisk (*) om een willekeurige tekenreeks aan te geven.
- Gebruik een rechtopstaand streepje (|) om een niet-exclusieve "of" aan te geven.
- Datum- en tijdwaarden moeten de ISO-indeling jjjj-mm-dd uu:mm:ss.sTZD hebben. Hierbij geldt:
- jjjj is een jaarwaarde van vier cijfers
- mm is een maandwaarde van vier cijfers
- dd is een dagwaarde van twee cijfers
- uu is een uurwaarde van twee cijfers voor een 24-uursklok
- mm is een minuutwaarde van twee cijfers
- ss.s is een secondewaarde van twee cijfers, met optioneel een waarde achter de decimale komma
- TZD is een aanduiding van de tijdzone. Dit is een tijdcode van zes tekens volgens de Coordinated Universal Time (UTC), bijvoorbeeld +05:00 of -07:00, of de afkorting van een tijdzone, bijvoorbeeld EST of GMT. Zie
http://www.w3.org/TR/NOTE-datetime voor informatie over de indeling en
http://www.timeanddate.com/library/abbreviations/timezones/ voor een lijst van tijdzoneafkortingen.
Klik op OK.
- Om een bestaand item te bewerken, selecteert u het item en klikt u op Bewerken. Pas vervolgens de velden aan.
- Om een item te verwijderen, selecteert u het en klikt u op Verwijderen.
- Klik op OK.
- Klik op Voltooien om het logboek te importeren.
Hoe groter het logboekbestand is, hoe langer het importeren duurt. U kunt de status van het importeren bekijken door op de knop Voortgang te klikken
rechtsonder in het workbenchvenster. Zo wordt de view Voortgang geopend, waarin u kunt zien hoe alle actieve taken vorderen. Als u het importeren van een logboek wilt stoppen, klikt u op de rode knop Stoppen naast de naam van het logboek. Alle records tot aan het punt van stoppen worden geïmporteerd.
Zodra het importeren is voltooid (of gestopt), wordt het geïmporteerde bestand geopend in de view Logboek.

Standaard worden alle geïmporteerde logboekbestanden in een set Standaardlogboeken geserialiseerd, zodat u de bestanden gemakkelijk opnieuw kunt importeren.
Opmerking: zorg ervoor dat de versie van het logboek dat u importeert overeenkomt met de toepassingsversie die is geselecteerd in de tab Details. Als de versienummers niet overeenkomen, wordt een verkeerde parser gebruikt bij het importeren van het logboek. De view Logboeknavigator zal het logboek afbeelden maar de view Logboek is leeg.
Als u een logboekbestand met een interne correlatie hebt geïmporteerd (bepaalde traceerlogboeken van toepassingenservers bijvoorbeeld), wordt een correlatieobject toegevoegd aan de lijst Correlaties. (De automatisch gemaakte naam van het object begint met de naam van de gekoppelde methode.)
Verwante concepten
Problemen in decentrale toepassingen vaststellen met behulp van de analyzer voor logboek en tracering
Verwante taken
Een probleemdatabase importeren
Werken met logboeken
Werken met logboeksets
Een logboek of correlatie exporteren naar Common Base Event-verklaringen
(C) Copyright IBM Corporation 2000, 2006. Alle rechten voorbehouden.