De tools voor webservices bieden de mogelijkheid de Webservicesverkenner op meerdere manieren te starten.
Als u de Webservicesverkenner vanaf de hoofdwerkbalk wilt starten,
kiest u het perspectief J2EE en klikt u op het pictogram
Webservicesverkenner starten
. De Webservicesverkenner wordt geopend, maar in het deelvenster Navigator worden geen registers afgebeeld. U kunt nu een register toevoegen aan de Webservicesverkenner.
Als u de Webservicesverkenner via de wizard Webservices wilt starten, schakelt u het selectievakje Webservice testen op de eerste pagina van de wizard Webservices in. Doorloop de wizard, kies op de pagina Webservicetest voor de testfaciliteit Webservicesverkenner en klik op de knop Starten. Als u de Webservicesverkenner op deze manier activeert, wordt het WSDL-bestand (en de onderliggende knooppunten ervan) automatisch vooraf geladen in de pagina WSDL.
Ga als volgt te werk om de Webservicesverkenner via de wizard Importeren te starten:
De Webservicesverkenner wordt geopend. Als u een register hebt geselecteerd op de pagina Webservicepublicatie van de wizard Webservice importeren, wordt het in het deelvenster Navigator afgebeeld.
Ga als volgt te werk om de Webservicesverkenner via de wizard Exporteren te starten:
Als u een register hebt geselecteerd op de pagina Webservicepublicatie van de wizard Webservice exporteren, wordt het in het deelvenster Navigator afgebeeld.
Als u de Webservicesverkenner via het hoofdmenu wilt starten, moet u in het perspectief J2EE naar Uitvoeren > Webservicesverkenner starten gaan. De Webservicesverkenner wordt geopend, maar in het deelvenster Navigator worden geen registers afgebeeld.
Als u de Webservicesverkenner via een WSDL-bestand wilt starten, klikt u met de rechtermuisknop op het WSDL-bestand en kiest u Webservices > Testen met Webservicesverkenner of WSDL-bestand publiceren. De Webservicesverkenner wordt geopend. Met de actie Testen met Webservicesverkenner wordt het WSDL-bestand vooraf geladen in de pagina WSDL.