Het statische veld van een probe voegt een nieuw statisch veld toe aan alle Java-klassen die minstens één methode bevatten die door de probe is geïnstrumenteerd. Dit statische veld is toegankelijk voor probefragmenten en kan worden gebruikt om informatie op te slaan in gecontroleerde klassen.
De term statisch veld verwijst naar het veld in de klasse dat als statisch (static) wordt gedeclareerd. Het wordt soms een statische variabele, een klassenveld of een klassenvariabele genoemd (als tegenhanger van een instancevariabele).
De statische-veldspecificatie is optioneel.
Eigenschap | Beschrijving |
---|---|
type | Verplicht. De eigenschap type geeft het Java-type voor het nieuwe veld aan in de vorm van een tekenreeks. De tekenreeks moet een volledig gekwalificeerde Java-klassennaam zijn, bijvoorbeeld java/lang/StringBuffer. De type-tekenreeks moet verwijzen naar een normaal klassentype, dus geen elementair type of arraytype. De benoemde klasse moet een standaardconstructor hebben (dat wil zeggen een constructor zonder parameters) die toegankelijk is voor de gecontroleerde klasse. |
static private StringBuffer fieldName = new StringBuffer();
De initialisatieaanroep wordt gedaan aan het begin van de klasseninitialisatie van de gecontroleerde klasse. Als de klasse nog geen klasseninitialisatie heeft, wordt er een gemaakt. Als de probe een staticInitializer-fragment bevat, wordt de staticInitializer-fragmentcode uitgevoerd nadat het statische veld is geconstrueerd.
Probefragmenten kunnen het gegevensitem staticField gebruiken voor toegang tot het object waarnaar het statische veld verwijst. Fragmenten kunnen de status van dat object wijzigen, maar ze kunnen een statisch veld niet naar een ander object laten verwijzen.
In een probe kan slechts één statisch veld zijn opgegeven. Om de statisch-veldspecificatie te gebruiken om meer dan één item op te slaan in de gecontroleerde klasse, gebruikt u samengesteld objecttype, zoals ArrayList, HashMap of HashSet. Ook kunt u een nieuwe klasse met de gewenste gegevensstructuur definiëren.
Om een statisch veld in te voeren klikt u met de rechtermuisknop op Probe in het structuuroverzicht van de editor en vervolgens op . Voer het Java-type in het bewerkingsvenster in.