Gegevens aan de XML-catalogus toevoegen

Een XML-catalogusvermelding bevat twee secties: een sleutel (die een DTD-bestand of een XML-schema aanduidt) en een URI (Uniform Resource Identifier) (die de locatie van het DTD-bestand of het XML-schema aanduidt). U kunt de sleutel in een XML-bestand plaatsen. Als de sleutel door de XML-processor wordt aangetroffen, wordt het XML-catalogusgegeven gebruikt om de locatie op te zoeken van het DTD-bestand of het XML-schema dat aan de sleutel is gekoppeld.

XML-catalogusgegevens kunnen worden gebruikt in verschillende situaties. U werkt bijvoorbeeld aan een XML-bestand op uw hoofdcomputer en u laat de schemaLocation verwijzen naar een schema met de naam c:\MySchema.xsd. Vervolgens slaat u het op uw laptopcomputer op zodat u er later aan kunt werken. Als u het bestand opent op uw laptop ondervindt u echter problemen - de XML-editor kan het schema MySchema.xsd niet vinden omdat het geïnstalleerd is op uw D-station. U moet de schemaLocation bewerken zodat deze verwijst naar d:\MySchema.xsd. Als u klaar bent met het bewerken van het XML-bestand en klaar bent om het bestand op het web te publiceren, moet u de URI opnieuw bewerken zodat deze verwijst naar een resource die toegankelijk is op het web. Het probleem blijkt nu overduidelijk. Een URI die in een XML-bestand wordt gebruikt, is minder overdraagbaar als u zou willen. Om te voorkomen dat u veelvuldig wijzigingen in uw XML-document moet aanbrengen, kunt u de XML-catalogus gebruiken.

Een XML-catalogusgegeven wordt gebruikt door een XML-processor bij het oplossen van entiteitsverwijzingen. U kunt regels opgeven in de catalogus om op te geven hoe entiteiten moeten worden opgelost. Uitgaande van het voorgaande voorbeeld kunt u een regel opgeven waarmee een internetresourceverwijzing (bijvoorbeeld "http://www.ibm.com/published-schemas/MySchema.xsd") opnieuw wordt toegewezen, zodat het verwijst naar een resource op de lokale machine van de ontwikkelaar (bijvoorbeeld "file:///C:/MySchema.xsd"). In plaats van het regelmatig bewerken van XML-documenten om de URI's bij te werken (vooral als uw project veel documenten bevat) hoeft u slechts één regel in uw XML-catalogus bij te werken.

De volgende instructies zijn opgesteld voor het perspectief Resource, maar kunnen ook in tal van andere perspectieven worden gebruikt.

Als u een gegeven aan de XML-catalogus wilt toevoegen, volgt u de volgende stappen.

  1. Open het XML-bestand dat u wilt koppelen aan een DTD of XML-schema.
  2. Klik opVenster > Voorkeuren > Web en XML > XML-catalogus.
  3. Het veld XML-catalogusgegevens bevat een list van alle door de gebruiker gedefinieerde en door plugins gedefinieerde catalogusgegevens.
    1. Selecteer een gegeven om de bijbehorende details te bekijken in het veld Details
    2. Klik op Toevoegen om een nieuw catalogusgegeven te maken.
  4. In het veld URI typt u de locatie van de DTD of het XML-schema of bladert u erheen.
  5. Als u een DTD hebt opgegeven in het veld URI kunt u Openbaar ID of Systeem-ID selecteren in het veld Sleuteltype. Als u Openbaar ID selecteert, moet de waarde die u invoert in het veld Sleutel dezelfde waarde zijn als het openbare ID in de declaratie DOCTYPE van het XML-bestand. Als u Systeem-ID selecteert, moet de door u ingevoerde waarde overeenkomen met het systeem-ID in de declaratie DOCTYPE van het XML-bestand.
  6. Als u een XML-schema hebt opgegeven in het veld URI kunt u Naam naamruimte of Schemalocatie selecteren in het veld Sleuteltype. Als het schema een doelnaamruimte definieert, verschijnt deze automatisch in het veld Sleutel. Anders kunt u de schemalocatie invullen in het veld Sleutel.
  7. Schakel het selectievakje Alternatief internetadres opgeven in als u een alternatief internetadres wilt kunnen opgeven voor de resource. Dit internetadres wordt gebruikt als er een XML-instance van dit catalogusitem wordt gegenereerd. Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als u Openbaar ID (voor een DTD) of Naam naamsruimte (voor een schema) selecteert in het veld Sleuteltype.
  8. Als u naar een andere catalogus wilt verwijzen zonder dat u deze in de workbench importeert, klikt u op Volgende catalogus. Typ of blader naar de XML-catalogus waarnaar u wilt verwijzen.
  9. Als u klaar bent met het maken van catalogusitems, klikt u opOK om het dialoogvenster XML-catalogusitem toevoegen te sluiten.
  10. Klik op Uitgebreid als u bepaalde XML-catalogusinstellingen wilt importeren of exporteren.
  11. Klik op Exporteren als u de XML-catalogusgegevens wilt handhaven. Alleen uw door de gebruiker opgegeven items worden geëxporteerd.
    1. U wordt gevraagd om een project te selecteren en een bestandsnaam op te geven om uw catalogusitems op te slaan in een .xmlcatalog-bestand, dat kan worden geopend vanuit de view Navigator. Omdat uw catalogusitems worden opgeslagen in een .xmlcatalog-bestand, kunt u ze in- en uitchecken en net als elke andere projectresource gemeenschappelijk gebruiken.
    2. Klik op OK.
  12. Klik op Importeren als u een .xmlcatalog-bestand wilt importeren. U wordt gevraagd om het bestand te selecteren dat u wilt importeren.
    1. Als u een .xmlcatalog-bestand importeert, worden eventuele items in dit bestand geladen in de XML-catalogus (en eventuele bestaande items worden overschreven.
    2. Klik op OK.
  13. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde XML-catalogusvoorkeuren te sluiten.
  14. Controleer of het XML-bestand focus heeft en klik op de werkbalkknop Dependency's opnieuw laden.
Het XML-bestand is nu gekoppeld aan de laatste versie van het XML-schema of de DTD.
Verwante onderwerpen
XML-bestandskoppelingen met DTD's en XML-schema's
Verwante taken
Bewerken met voorwaarden van DTD-bestanden of XML-schema's
DOCTYPE-declaraties bewerken
XML-bestanden bijwerken met wijzigingen in DTD-bestanden en schema's
Naamruimtegegevens bewerken