Codevalidators selecteren

U kunt specifieke validators selecteren om te worden uitgevoerd bij een handmatige codevalidatie of een buildvalidatie. U kunt elke validator instellen om bij handmatige validatie, buildvalidatie of beide te worden uitgevoerd.

Het kiezen van de gewenste validators voor een project gaat als volgt:

  1. Klik op Venster > Voorkeuren.
  2. Klik in het venster Voorkeuren in het linkervenster op Validatie. De pagina Validatie in het venster Voorkeuren bevat de validators die beschikbaar zijn in uw project en de bijbehorende instellingen.
  3. Maak het vakje Alle validatie onderbreken leeg.
  4. Wanneer voor een of meer van uw projecten individuele validatie-instellingen wilt gebruiken, selecteert u het vakje Toestaan dat projecten deze voorkeursinstellingen kunnen vervangen.
  5. Selecteer in de lijst van validators het vakje naast elke validator die u op algemeen niveau wilt gebruiken. Voor elke validator is er een vakje waarmee u kunt aangeven of deze wordt gebruikt bij handmatige validatie of bij een build.
    Opmerking: Als u een geselecteerde validator deselecteert, worden alle bijbehorende berichten uit de takenlijst gewist.
  6. U kunt een alternatieve implementatie voor een validator kiezen door op de knop in de kolom Instellingen te klikken. Niet alle validators beschikken over alternatieve implementaties.
  7. Klik op OK.
  8. Wanneer voor een of meer van uw projecten individuele validatie-instellingen wilt gebruiken, raadpleegt u Globale validatievoorkeuren vervangen. U kunt validators, net als bij de algemene validatievoorkeuren, op projectniveau instellen om te worden uitgevoerd bij handmatige validatie, buildvalidatie of beide.

Verwante taken
Validatie uitschakelen
Globale validatievoorkeuren vervangen
Code handmatig valideren