Een JUnit-test op afstand uitvoeren

Als u een JUnit-test van TPTP op afstand wilt uitvoeren, moet u een testingebruikname maken en configureren. Testingebruiknamen zijn kortweg entiteiten die andere TPTP-entiteiten, artefacten en locaties in paren opnemen.
boomstructuur op 1 met onderliggende items 2 en 3. 4 is een eindknooppunt van 2 en 5 is een eindknooppunt van 3.
Figuur 1:

  1. Ingebruikname
  2. Artefact
  3. Locatie
  4. Testsuites, gegevensverzamelingen, e.d.
  5. Hostnaam, enz.

Een testartefact koppelt objecten als testsuites (zoals JUnit-tests van TPTP) aan gegevensverzamelingen. Een testlocatie duidt de computer aan waarop de testsuite moet worden uitgevoerd. De definitie van een testingebruikname bestaat doorgaans uit een paar van een testartefact en een testlocatie. Middels de startconfiguratietechnologie worden de paren door TPTP omgezet en de testartefacten op de opgegeven hostcomputer in gebruik genomen.

Bij het uitvoeren van een TPTP JUnit-test komt meer kijken dan alleen het koppelen van testsuites en/of gegevensverzamelingen aan artefacten, het opgeven van de host op afstand enz. U moet rekening houden met een aantal factoren, waaronder:

Deze aspecten komen aan bod in het onderwerp Grondregels voor ingebruikname.

Verwante taken
Een test uitvoeren

Verwante onderwerpen
Grondregels voor ingebruikname