Een any-element toevoegen

U kunt het element any op een vergelijkbare manier gebruiken als het contentmodel ANY van een DTD-bestand, maar de content moet wel aan een naamruimte zijn gekoppeld. Hierdoor kunt u elke geldige XML-content opnemen, zoals een HTML-webpagina die voldoet aan de XHTML 1.0-syntaxis.

Voorbeeld:

<elementnaam = "MyWebPage">
<complexType>
<any namespace ="http://www.w3.org/1999/xhtml>
 < minOccurs="1" maxOccurs="unbounded" processContents="skip"/>
</complexType>
</element>

Dankzij het voorgaande schemafragment kan een <MyWebPage>-element willekeurige XHTML-gegevens bevatten die verschijnen in de opgegeven naamruimte.

De volgende instructies zijn opgesteld voor het perspectief Resource, maar kunnen ook in tal van andere perspectieven worden gebruikt.

Een any-element toevoegen:

  1. Klik in de view Overzicht met de rechtermuisknop op het contentmodel waarmee u wilt werken en klik op Any toevoegen.
  2. Selecteer het nieuwe any-element.
  3. In de view Eigenschappen van de schemaeditor kunt u voor een namespace-waarde het volgende selecteren:
    • ##any. Hiermee is een geldige XML mogelijk van een willekeurige naamruimte.
    • ##local . Hiermee kan een geldige XML die niet gedeclareerd is in een naamruimte worden opgenomen.
    • ##other . Hiermee is een geldige XML mogelijk die niet afkomstig is van de doelnaamruimte van het type dat wordt gedefinieerd.
    • ##targetNamespace. Dit is kort voor de doelnaamruimte van het type dat wordt gedefinieerd.
  4. Voor een processContents-waarde kunt u het volgende selecteren:
    • skip. De XML-processor valideert de content helemaal niet.
    • lax. De XML-processor valideert de content zo veel mogelijk.
    • strict. De XML-processor valideert alle content.
  5. De waarde minOccurs is het aantal keren dat het element any moet verschijnen in een instancedocument. U kunt 0 selecteren als u wilt dat het element optioneel is; anders selecteert u 1.
  6. De waarde maxOccurs is het maximumaantal keren dat een any-element kan verschijnen in een instancedocument. U kunt 0, 1, of unbounded (onbegrensd) selecteren als u wilt aangeven dat er geen maximum bestaat.
  7. Klik op het tabblad Documentatie als u informatie over dit element wilt verschaffen. De pagina Documentatie wordt gebruikt voor gegevens voor de gebruiker, zoals een beschrijving.
  8. Klik op het tabblad Extensies als u toepassingsinformatie-elementen wilt toevoegen aan uw annotaties van schemacomponenten. Met de pagina Extensies kunt u het schema opgeven en kunt u XML-content toevoegen aan uw annotaties.

(c) Copyright 2001, World Wide Web (Massachusetts Institute of Technology, Institut National de Recherche en Informatique et en Automatique, Keio University).