IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Menu's Image Viewer

U kunt voorgrondmenu's gebruiken in Image Viewer. Klik met de rechtermuisknop om menu-categorieën af te beelden. Aanvullende opties worden afgebeeld aan de zijkant van elke categorie. Sneltoetsen worden afgebeeld tussen haakjes na de opdrachtnaam, op de volgende manier (F4).

De meeste menu-items komen overeen met knoppen die worden afgebeeld in andere onderwerpen.

Tabel 1. Lijst met menu-opties voor Image Viewer en koppelingen naar beschrijvingen
Menuopties Koppelingen naar beschrijvingen
Voorbeeld van de menu's van Image Viewer

Menu Weergave

Met de menuinstellingen Weergave wordt bepaald hoe de huidige afbeelding en miniaturen worden afgebeeld. U kunt ook de Werkbalk onderaan gebruiken om de weergave-instellingen te wijzigen.

Met Pagina afbeelden (F2) wordt de afbeelding weergegeven in het venster. Dit is de instelling voor de standaardweergave.

Met Miniaturen afbeelden(F3) worden alleen miniaturen afgebeeld van elke pagina in het afbeeldingsdocument.

Met Twee pagina's afbeelden (F4) worden twee pagina's naast elkaar afgebeeld in een document met meerdere pagina's.

Met Miniaturen afbeelden: Links (F5) worden miniaturen van het document links van de afbeelding afgebeeld.

Met Miniaturen afbeelden: Onderaan (F6) worden miniaturen van het document onder de afbeelding afgebeeld.

Met Miniaturen afbeelden: Bovenaan (F7) worden miniaturen van het document boven de afbeelding afgebeeld.

Met Miniaturen afbeelden: Rechts (F8) worden miniaturen van het document rechts van de afbeelding afgebeeld.

Terug naar boven

Menu Afbeelding

Met de menuinstellingen Afbeelding wordt bepaald welk formaat de huidige afbeelding heeft of hoe de afbeelding wordt gedraaid. U kunt ook de Hoofdwerkbalk gebruiken om de instellingen van de afbeelding te wijzigen.

Met Aanpassen aan vensterbreedte (F9) Wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat deze past binnen de breedte van het venster.

Met Aanpassen aan vensterhoogte (F10) Wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat deze past binnen de hoogte van het venster.

Met Aanpassen aan venster wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat alles binnen het venster past in beide richtingen.

Met Inzoomen (+) wordt de afbeelding met 25% vergroot.

Met Uitzoomen (-) wordt de afbeelding met 25% verkleind.

Met Zoomen naar 100% (Z) wordt de afbeelding weergegeven op werkelijke grootte.

Met Inzoomen op gebied (A) wordt een rechthoekig gedeelte van de afbeelding vergroot. Selecteer Inzoomen op gebied om de optie gebied vergroten in- en uit te schakelen. Gebruik de kruiscursor om een rechthoek te slepen over het gebied dat u wilt vergroten. Deze sectie van de afbeelding wordt vergroot zodat het gehele venster wordt gevuld. Selecteer Inzoomen op gebied opnieuw om terug te keren naar de modus horizontaal verschuiven.

Met Vergrootglas (M) wordt een rechthoekige cursor ingeschakeld waarmee wordt gesimuleerd dat een vergrotende lens boven een gedeelte van de afbeelding wordt gehouden. Wanneer u de cursor over de afbeelding verplaatst, wordt het gebied onder de rechthoek vergroot terwijl de rest van de afbeelding zichtbaar blijft. Selecteer het vergrootglas opnieuw om het te sluiten.

Met Rechtsom draaien (R) wordt de afbeelding naar rechts gedraaid (met de klok mee).

Met Linksom draaien (L) wordt de afbeelding naar links gedraaid (tegen de klok in).

Met 180 graden draaien wordt de afbeelding 180 graden gedraaid.

Met Spiegelen wordt de afbeelding gekanteld langs de verticale as.

Met Kantelen wordt de afbeelding gekanteld langs de horizontale as.

Met Modus Verbeteren wijzigen (E) wordt gerouleerd door vijf modi van anti-aliasing die effect hebben op de kwaliteit van een zwart-witte afbeelding. De modus Verbeteren heeft geen effect op kleurenafbeeldingen, met inbegrip van de afbeeldingen die opnieuw zijn afgebeeld in grijstinten. Selecteer telkens opnieuw Modus Verbeteren wijzigen om te rouleren door de vijf modi zodat u kunt zien welke beter is voor uw afbeelding.

Met Inverteren (I) worden de kleuren in de afbeelding geïnverteerd.

Met Afbeelden als grijstinten worden kleurenafbeeldingen weergegeven als grijstinten.

Met Eigenschappen van afbeelding wordt een venster geopend om informatie af te beelden over de huidige afbeelding, met inbegrip van de bestandsnaam, het bestandstype en het formaat van de afbeelding.

Terug naar boven

Menu Aanpassen

Met Lichtopbrengst + wordt de lichtopbrengst van een kleurenafbeelding vergroot.

Met Lichtopbrengst - wordt de lichtopbrengst van een kleurenafbeelding verkleind.

Met Lichtopbrengst instellen op beginwaarde wordt de lichtopbrengst ingesteld op de standaardwaarde (in het midden van het bereik).

Met Contrast + wordt het contrast van een kleurenafbeelding vergroot.

Met Contrast - wordt het contrast van een kleurenafbeelding verkleind.

Met Contrast instellen op beginwaarde wordt het contrast ingesteld op de standaardwaarde (in het midden van het bereik).

Met Helderheid + wordt de helderheid van alle afbeeldingen vergroot. Helderheid werkt interactief met de modus Verbeteren op zwart-witte afbeeldingen. Bijvoorbeeld, bij het gebruik van Verbeteren modus 3, moet de afbeelding worden afgebeeld op 100% of groter voordat de schuifregelaar effect heeft op de afbeelding in het hoofdvenster. U kunt het lichter maar niet donkerder maken. Als u het vergrootglas gebruikt als afzonderlijk venster, wordt de helderdere afbeelding zichtbaar. Het gebruik van andere verbeteringsmodi geeft andere resultaten.

Met Helderheid - wordt de helderheid van alle afbeeldingen verkleind. Helderheid werkt interactief met de modus Verbeteren op zwart-witte afbeeldingen. Bijvoorbeeld, bij het gebruik van Verbeteren modus 3, moet de afbeelding worden afgebeeld op 100% of groter voordat de schuifregelaar effect heeft op de afbeelding in het hoofdvenster. U kunt het lichter maar niet donkerder maken. Als u het vergrootglas gebruikt als afzonderlijk venster, wordt de helderdere afbeelding zichtbaar. Het gebruik van andere verbeteringsmodi geeft andere resultaten.

Met Helderheid instellen op beginwaarde wordt de helderheid ingesteld op de standaardinstelling.

Terug naar boven

Menu Afdrukken

In het menu Afdrukken bevinden zich verschillende opties:

Opmerking: In het dialoogvenster voor afdrukken op uw besturingssysteem wordt mogelijk afgebeeld dat alle pagina's worden afgedrukt. Alleen de geselecteerde pagina's worden echter afgedrukt.

Terwijl het document wordt verwerkt voor afdrukken, wordt het pictogram afdrukken toegevoegd aan de werkbalk onderaan, zoals wordt afgebeeld in dit voorbeeld:

Pictogram afdrukken in werkbalk onderaan

Zie voor meer informatieEen afbeelding afdrukken.

Terug naar boven

Menu Pagina

Met het menu Pagina kunt u snel verplaatsen van pagina naar pagina in een afbeelding met meerdere pagina's.

Met Volgende pagina (PAGE DOWN) wordt de volgende pagina in het afbeeldingbestand afgebeeld.

Met Vorige pagina (PAGE UP) wordt de vorige pagina in het afbeeldingbestand afgebeeld.

Met Eerste pagina (HOME) wordt de eerste pagina in het afbeeldingbestand afgebeeld.

Met Laatste pagina (END) wordt de laatste pagina in het afbeeldingbestand afgebeeld.

Met Ga naar pagina (G) wordt een dialoogvenster afgebeeld waarin u een bepaald paginanummer in kunt voeren. Typ het paginanummer en klik vervolgens op OK.

Terug naar boven

Menu Selectie

Met het menu Selectie kunt u niet-aaneengesloten pagina's selecteren om af te drukken of kunt u een eerdere selectie wissen. Na het selecteren van de gewenste pagina's gebruikt u de opdracht Afdrukken > Geselecteerde pagina's afdrukken.

Na het afdrukken van de pagina's kunt u de selectie verwijderen.

Terug naar boven

Klembordmenu (alleen Windows)

Met het menu Klembord wordt een pagina of een geselecteerd gebied gekopieerd naar het Windows-klembord.

Wanneer u de opdrachtGeselecteerd gebied kopiëren naar klembord selecteert, wordt de cursor gewijzigd in een kruiscursor zodat u het gebied dat moet worden gekopieerd kunt aangeven. Klik en sleep om een gebied te selecteren. Wanneer u de muisknop loslaat, wordt het gebied voor u gekopieerd.

Standaard wordt de opdracht Klembord legen bij sluiten ingeschakeld. Als u de informatie in het klembord wilt houden na het sluiten van de Image Viewer, selecteert u de opdracht om het selectievakje uit te schakelen.

Terug naar boven

Menu Voorkeuren

Met het menu Voorkeuren worden instellingen voor miniaturen, kleur en afdrukken bepaald.

Met Miniatuur - groter worden de miniaturen iets groter gemaakt.

Met Miniatuur - kleiner worden de miniaturen iets kleiner gemaakt.

Met Miniatuur - instellen op beginwaarde worden de miniaturen ingesteld op de standaardgrootte.

Met Achtergrondkleur wijzigen en Voorgrondkleur wijzigen worden de kleuren van de achtergrond en voorgrond voor het afbeelden van zwart-witte afbeeldingen gewijzigd. De achtergrondkleur die u kiest vervangt de witte achtergrond van een zwart-witte afbeelding. De voorgrondkleur die u kiest vervangt de zwarte tekst en lijnen in een zwart-witte afbeelding. Deze instellingen zijn browserinstellingen en worden gehandhaafd in andere zwart-witte afbeeldingen die u opent (in Image Viewer) totdat u de kleuren wijzigt. De kleureninstellingen van de achtergrond en voorgrond hebben geen effect op kleurenafbeeldingen.

Met Document afdrukken zonder kleur (snelst) worden alle afbeeldingen afgedrukt als zwart-wit. Voorkeuren voor de achtergrond- en voorgrondkleur hebben geen effect op afdrukken.

Met Document afdrukken in kleur (traagst) wordt het document afgedrukt in kleur als het een kleurenafbeelding is.

Met Oorspronkelijk formaat afdrukken wordt het oorspronkelijke formaat van de afbeelding behouden. Leeg deze voorkeur om de afbeelding in grootte aan te passen zodat deze op het papier past.

Met Snel starten kunt u Image Viewer starten voordat u het werkelijk gebruikt. Als de Image Viewer vooraf wordt gestart betekent dit dat de opstartprocedure, zoals laden van bestanden en geheugen, voltooid is. Daardoor duurt het wachten tot u een bestand kunt bekijken minder lang. Deze functie moet worden ingesteld door uw sitebeheerder. Selecteer deze menuopties om deze functie te activeren. Wanneer dit is geactiveerd, wordt het pictogram Snel starten afgebeeld in uw systeemvak. ZieSnel starten voor Image Viewer inschakelen voor meer informatie.

Terug naar boven

Menu Help

Met het menu Help (F1) wordt de documentatie van de Image Viewer afgebeeld of wordt informatie gegeven over de technologie achter Image Viewer.



Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)