IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Koppelingen beheren

Tabel 1. Gebruik deze procedures om koppelingen te beheren.
Actie koppelen Procedure
De koppelingen naar een object bekijken
  1. Open de informatiepagina voor een object. Om de informatiepagina te openen, selecteert u een object en selecteert u Eigenschappen in het menu Actie.
  2. Klik op Koppelingen om de weergave Koppelingen te openen. Zie weergave Koppelingen voor meer informatie over de weergave Koppelingen.
  3. Klik op Alle koppelingen of een specifieke koppelingsklasse om een lijst met objecten te bekijken die worden gekoppeld aan dit object.
Een koppeling maken
  1. Zoek het object van waaruit u een koppeling wilt maken.
  2. Open de informatiepagina van het object. Om de informatiepagina te openen, selecteert u een object en selecteert u Eigenschappen in het menu Actie.
  3. Klik in de lijst Acties op Koppeling maken. Hiermee wordt de wizard Koppeling maken gestart.
  4. In de wizard voert u de volgende stappen uit:
    1. Geef een klasse op. U moet de speciale koppelingsklasse Verwante items gebruiken, of een andere klasse die beschikbaar is gemaakt door uw sitebeheerder, indien beschikbaar. U kunt de klassen Koppeling of Koppeling P8 AE niet gebruiken.
    2. Selecteer het object om het andere object aan te koppelen. Klik op Koppelen aan of Waarde selecteren om het dialoogvenster Object selecteren af te beelden. Zie Object selecteren voor instructies voor het vinden van een object en het selecteren van de juiste versie om aan te koppelen.
    3. Geef de resterende koppelingseigenschappen op.
    4. Stel de beveiliging in voor de koppeling. Raadpleeg Beveiligingsmachtigingen instellen voor verdere instructies over de pagina beveiliging.
Eigenschappen voor koppelingen of beveiliging wijzigen
  1. Bekijk de koppelingen voor het gekoppelde object. Zie De koppelingen naar een object bekijken hierboven.
  2. Klik op Informatiepagina voor koppeling onder de koppeling die u wilt wijzigen.
  3. Om het gekoppelde object te wijzigen, klikt u op Koppelen aan of Waarde wijzigen om het dialoogvenster Object selecteren af te beelden. Daar kunt u het gekoppelde object verwijderen of vervangen door een ander object. Zie Object selecteren voor instructies voor het vinden van een object en het selecteren van de juiste versie om aan te koppelen.
  4. Wijzig de eigenschappen van de koppeling. Het type eigenschap bepaalt hoe het wordt gewijzigd:
    • U kunt sommige eigenschappen direct bewerken; voor anderen kunt u op de eigenschapnaam klikken om een pagina te openen voor het bewerken van waarden.
    • Klik op Objecteigenschappen uitvouwen om de details van een objectwaarde-eigenschap te bekijken. Als er geen waarde is toegewezen aan de objectwaarde-eigenschap, wordt de vereiste klasse voor de waarde afgebeeld.
  5. Wijzig de beveiliging voor de koppeling. Voor meer informatie over het opgeven van beveiligingsinstellingen, zie Beveiligingsmachtigingen instellen.
Een koppelingsobject wissen
  1. Bekijk de koppelingen voor één van de koppelingsobjecten. Zie De koppelingen naar een object bekijken hierboven.
  2. Klik op Informatiepagina voor koppeling onder de koppeling die u wilt wissen.
  3. Klik in het menu Acties op Wissen.


Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)