IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Werken met Image Viewer

Gebruik Image Viewer om afbeeldingsdocumenten af te beelden die zijn opgeslagen in Workplace XT. U kunt beelddocumenten bekijken, zoomen, schuiven, horizontaal verschuiven, draaien, afdrukken en er aantekeningen aan toevoegen. Image Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:

Standaard wordt elk bestandstype automatisch geopend in Image Viewer; uw sitebeheerder kan dit bestand echter configureren om het te openen in andere programma's.

Opmerking: Bij zeer grote monochrome (zwart-witte) GIF-bestanden kan het lang duren voordat ze worden geopend in Image Viewer. Indien mogelijk gebruikt u de TIFF-indeling voor zwart-witte afbeeldingen, en gebruikt u de indeling GIF voor kleurenafbeeldingen om de tijd die het kost om de afbeelding te laden te versnellen.

Om grote afbeeldingsbestanden te bekijken, moet u het geheugen dat is toegewezen aan uw JRE vergroten. Raadpleeg JRE-geheugen vergroten voor instructies.

PNG-ondersteuning is standaard niet ingeschakeld maar dit kan worden geconfigureerd door uw beheerder om een PNG-bestand te openen en bekijken in de Daeja-viewer. Voor meer informatie ziet u de instructies aan het einde van het onderwerp.

Om een document te bekijken met behulp van Image Viewer, dubbelklikt u op de documentnaam of op het pictogram in een pagina Bladeren, Zoeken of Bijlage Taakstap. Als het document is opgeslagen in een bibliotheek voor Image Services, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren voor die bibliotheek.

Documenten met meerdere inhoudselementen worden geopend als enkele afbeelding met meerdere pagina's in Image Viewer. Alleen de juiste afbeeldingsbestanden worden geopend. Bijvoorbeeld, mogelijk hebt u een document dat bestaat uit drie afzonderlijke bitmapbestanden en één tekstverwerkingsbestand. Als u klikt op de koppeling voor de bestandsnaam worden alle drie de bitmapbestanden geopend, met het eerste inhoudselement geselecteerd als pagina 1, met als voorwaarde dat u de juiste toegangsrechten hebt voor elk bestand. Raadpleeg voor meer informatie Samengestelde documenten beheren.

De eerste keer dat u Image Viewer selecteert, is er een korte wachtperiode terwijl de Java-applet wordt gedownload op uw systeem. U kunt één sessie toestaan of altijd toestaan, waardoor u niet elke keer wordt gevraagd of u de sessie wilt toestaan. Voor meer informatie over het downloaden van de Java-applet, zie Java-applets gebruiken.

Nadat u toestemming geeft om de applet te downloaden, wordt het document geopend in Image Viewer. Image Viewer blijft beschikbaar voor het openen van andere documenten als uw browser open blijft. Wanneer u de browser afsluit, is Image Viewer niet meer beschikbaar.

Functies voor het wijzigen van uw weergave van de afbeelding bevinden zich in de werkbalk bovenaan het venster, samen met pictogrammen voor bestandsbewerkingen (openen, opslaan, afdrukken etc.). Aanvullende functies en statusberichten worden onderaan de vensters afgebeeld.

Venster Image Viewer

In het venster Image Viewer wordt de geselecteerde afbeelding weergegeven met werkbalken, schuifbalken, menu's en aantekeningen. Statusberichten worden afgebeeld onderaan het venster. In het volgende voorbeeldvenster worden de besturingselementen aangegeven in het venster Image Viewer.

Tabel 1. In deze tabel staan een voorbeeldscherm en koppelingen naar gerelateerde onderwerpen.
Voorbeeldscherm Koppelingen naar onderwerpen
Voorbeeldvenster Image Viewer Hoofdwerkbalk Werkbalk Aantekeningen Miniaturenwerkbalk Pagingwerkbalk Hoofdwerkbalk
Voor meer informatie, zie de volgende onderwerpen:

Help afbeelden

U kunt deze Help-tekst afbeelden in Image Viewer door te klikken op het pictogram Help of door te drukken op de toets F1 op uw toetsenbord. U kunt aanvullende help-onderwerpen openen in vanuit de inhoudsopgave van Help.

Navigatie met het toetsenbord

U kunt standaard Java-opdrachttoetsen gebruiken. Bijvoorbeeld, gebruik de cursortoetsen om in een document te schuiven dat groter is dan het venster. Met de cursortoetsen Omhoog en Omlaag wordt de afbeelding verticaal geschoven. Met de cursortoetsenLinks en Rechts wordt de afbeelding horizontaal geschoven. Met Home gaat u naar de linkerkant of bovenkant, afhankelijk van welke schuifbalk actief is (focus heeft). Met End gaat u naar de rechterkant of onderkant. Met Insert gaat u naar het midden.

U kunt rouleren door de pictogrammen op de werkbalk of de pictogrammen onder de afbeelding met behulp vanTab om vooruit te gaan of Shift + Tab om achteruit te gaan. Druk op Enter of Return om een functie uit te voeren wanneer de pictogram wordt geselecteerd.



Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)