IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Eigenschappen instellen

Voordat u de eigenschappen voor het nieuwe beleid definieert, moet u een klasse selecteren voor het beveiligingsbeleid. Standaard worden alle beveiligingsbeleidsdefinities toegewezen aan de klasse Beveiligingsbeleid, maar uw sitebeheerder kan aangepaste subklassen maken.

Vereiste eigenschappen worden aangegeven met een sterretje. De beschikbare eigenschappen zijn afhankelijk van de klasse die u selecteert.

U moet bepalen hoe het beveiligingsbeleid omgaat met expliciete wijzigingen in de beveiliging van het document wanneer het document wordt gewijzigd van de ene versiestatus naar de andere. Bijvoorbeeld, een gebruiker met de juiste toegangsmachtigingen kan de beveiliging wijzigen voor een specifieke versie van het document. Als u deze wijzigingen wilt doorgeven wanneer een andere beveiligingssjabloon wordt toegepast door het beveiligingsbeleid, moet u de eigenschap Directe machtigingen behouden instellen op Waar. Als deze eigenschap wordt ingesteld op Onwaar, worden expliciet ingestelde beveiligingswijzigingen niet doorgegeven wanneer de volgende beveiligingssjabloon wordt toegepast. Als het document van status verandert en er geen beveiligingssjabloon is gedefinieerd voor de nieuwe status, wordt deze instelling genegeerd.

De eigenschappen van het beveiligingsbeleid instellen:

  1. Klik op Selecteren of Klasse wijzigen naast het veld Klasse om een klasse op te geven voor het nieuwe beveiligingsbeleid. Ga naar de klasse en klik op de naam.
    Opmerking: Wanneer het beveiligingsbeleid is opgeslagen, kunt u de klasse later niet wijzigen.
  2. Typ de weergavenaam voor het nieuwe beveiligingsbeleid. Deze naam wordt afgebeeld op de pagina's Beveiliging voor documenten die dit beleid gebruiken.
  3. Typ een beschrijving voor dit nieuwe beveiligingsbeleid. De beschrijving wordt afgebeeld onder de naam wanneer beleidsdefinities worden afgebeeld zodat u deze kunt wijzigen.
  4. Bepaal hoe het beveiligingsbeleid omgaat met expliciete wijzigingen in de beveiliging van het document.
    • Stel de eigenschap Directe machtigingen behouden in op Waar om expliciete beveiligingsinstellingen te behouden wanneer een sjabloon uit het beleid wordt toegepast.
    • Stel de eigenschap Directe machtigingen behouden in op Onwaar om expliciet ingestelde machtigingen te verwijderen wanneer een sjabloon uit het beleid wordt toegepast.
  5. Als er aanvullende eigenschappen zijn voor deze beveiligingsbeleidsklasse, stelt u deze naar behoefte in.


Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)