IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Een werkstroom starten vanuit een werkstroomdefinitie

Wanneer een werkstroomdefinitie wordt gemaakt in de Procesontwerper, kan het worden toegevoegd aan een objectruimte. Als u machtigingen hebt om de objectruimte, map en werkstroomdefinitie te openen, kunt u een nieuw werkitem starten zonder de Procesontwerper te gebruiken.

Meestal gebruikt u de Procesontwerper om de werkstroom te bewerken, valideren, overbrengen en starten. Het is echter mogelijk om een werkstroomdefinitie toe te voegen aan de objectruimte zonder deze over te brengen naar de Process Engine. Wanneer u een bestaande werkstroomdefinitie kies om te starten, is het mogelijk dat deze nog niet is overgebracht naar de Process Engine. U ziet een foutbericht als u een werkstroom probeert te starten die niet is overgebracht.

Tip: U kunt ook een werkstroom starten vanuit Procesontwerper als u toegang hebt tot de Geavanceerde functies in Workplace XT, en als u machtigingen hebt om de inhoud van de werkstroom te wijzigen.

Starten vanuit een werkstroomdefinitie:

  1. Navigeer naar de objectruimte en map die het definitiebestand van de werkstroom bevat. Werkstroomdefinities worden aangegeven met het pictogram Starten.
  2. Open de informatiepagina voor de werkstroomdefinitie, en klik vervolgens op Starten.
    Opmerking: Als u een foutbericht ontvangt waarin wordt aangegeven dat de werkstroom niet is overgebracht, klikt u op Terugzenden. Zie Een werkstroomdefinitie overbrengen voor meer informatie.
  3. Klik op Starten onder de beschrijving voor de werkstroom. De pagina Stap starten wordt geopend. Als de werkstroom is ontworpen om een formulier te starten, wordt het formulier geopend in plaats van de pagina Stap starten.
  4. Indien nodig geeft u informatie op voor de stap starten. U kunt commentaar toevoegen, het onderwerp wijzigen en parameters instellen die zijn gedefinieerd voor deze stap. Bijvoorbeeld, u kunt bijlagen toevoegen en bewerken, waarden voor gegevensvelden bewerken of leden van de werkstroomgroep bewerken als deze worden gedefinieerd als beschikbaar in de stap starten. Als u werkt met een formulier, gebruikt u de knoppen die van toepassing zijn.
  5. Voer een van de volgende acties uit om uw wijzigingen op te slaan:
    • Klik op Toepassen om uw wijzigingen op te slaan. Uw instellingen worden opgeslagen, maar worden niet vastgelegd totdat u op Starten klikt.
    • Als u het formulier later moet starten, klikt u op Opslaan in de werkbalk formulier. Nadat het formulier is opgeslagen, wordt het gesloten. Ga naar stap 8. Voor informatie over het starten van een opgeslagen werkstroomformulier, raadpleegt u "Een opgeslagen werkstroomformulier starten" in Formulieren opslaan.
      Opmerking: Wanneer u het formulier opslaat om later te starten, worden alleen de bewerkingen in de formuliergegevens opgeslagen. Bewerkingen in Werkstroomgroepen en Bijlagen worden niet opgeslagen.
  6. Klik op Starten in de lijst Acties om het werkitem te verplaatsen naar de volgende stap in het proces.
  7. De pagina Werkstroom starten wordt opnieuw afgebeeld. U kunt de werkstroom opnieuw starten of klikken op Afsluiten om terug te keren naar de informatiepagina voor de werkstroomdefinitie.


Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)