Gebruikers van WebDAV kunnen de FileNet P8-omgeving met weinig of geen aanvullende training gebruiken. Voor de bedrijfsprocessen die mogelijk gemaakt worden door Content Engine — versiebesturing, protocollen voor openen en delen van documenten, en beveiliging — kan enige aanvullende toelichting en training nodig zijn, afhankelijk van de doelstellingen met het systeem en de implementatie ervan.
Gebruikers hoeven niet te weten dat ze werken met een FileNet P8-systeem. Een gebruiker die bijvoorbeeld verbinding maakt met de FileNet P8 WebDAV-servlet via webmappen kan binnen objectruimten en mappen navigeren en ook documenten openen, wijzigen, opslaan en sluiten op een manier die erg lijkt op de manier waarop hij zijn lokale bestandssysteem gebruikt.
De FileNet P8 WebDAV-servlet bevindt zich volledig op de Workplace XT-server. Er hoeft hiervoor geen aanvullende FileNet P8-software op de client te worden geïnstalleerd.
Een beheerder kan Workplace XT zo configureren dat een invoersjabloon wordt gekoppeld aan specifieke mappen. Als een gebruiker een document aan een dergelijke map toevoegt met behulp van een ondersteunde WebDAV-interface (door bijvoorbeeld een document naar een gemeenschappelijke map in Windows Verkenner te slepen), wordt de invoersjabloon gestart en worden de beveiliging en de eigenschappen toegepast die zijn gedefinieerd in de sjabloon. Als de invoersjabloon een werkstroom bevat, wordt de werkstroom ook gestart. Zie WebDAV-voorkeuren voor nadere informatie over de instellingen.