IBM FileNet P8, Versie 5.1.+            

Bijlagen bekijken en bewerken

U kunt de bijlagen voor een werkitem bekijken en nieuwe bijlagenobjecten toevoegen indien nodig. De bijlage kan een enkel object of een reeks objecten zijn, zoals een document, een map, een opgeslagen zoekactie, een zoeksjabloon, een publicatiesjabloon of een definitiebestand voor de werkstroom.

Als de bijlage een map is, kan de gehele inhoud van de map worden geopend door iedereen die het werkitem verwerkt. De mapinhoud wordt niet beschouwd als onderdeel van de bijlage en wordt niet afgebeeld als bijlagenobjecten.

Bijvoorbeeld, de werkstroom ExpenseReport bevat 2 bijlagen met de namen ExpenseForm en ExpenseReceipts. ExpenseForm is een enkel object, waaraan de spreadsheet ExpenseForm.xls is toegewezen door de werkstroomdefinitie. ExpenseReceipts is een plaatshouder waaraan u tot 5 gescande afbeeldingsbestanden van fysieke kwitanties kunt toewijzen.

De persoon die de werkstroom heeft ontworpen bepaalt hoeveel bijlagen vereist zijn en wanneer de objecten worden toegewezen aan de bijlage. Met andere woorden, de objecten worden toegewezen tijdens het ontwerpen of u kunt objecten toewijzen aan een bijlage wanneer de werkstroom in voortgang is. Daarnaast kan de werkstroomontwerper sommige bijlagen alleen-lezen maken zodat u het object dat is toegevoegd aan de bijlage niet kunt wijzigen.

Als de bijlage een verzameling objecten is, kunt u meer objecten toevoegen dan de ontwerper heeft gepland. Bijvoorbeeld, mogelijk hebt u 6 kwitanties (in plaats van 5) om toe te voegen aan de bijlage ExpenseReceipts in het bovenstaande voorbeeld.

Opmerking: In een werkstroomstap die CE_Operations gebruikt voor een publicatiebewerking, wanneer publicatie Geselecteerd wordt geselecteerd, wordt de bijlage meteen geretourneerd en vervolgens gaat de werkstroom door naar de volgende stap. Wanneer een transformatiebewerking wordt geselecteerd (PDF of HTML), wordt het nieuwe document in PDF of HTML gepubliceerd, maar niet geretourneerd als bijlage. De werkstroom gaat door naar de volgende stap zonder het omgezette document als bijlage.

Bijlagen bekijken en bewerken:

  1. Een bijlage bekijken:
    1. Ga naar het gewenste werkitem in Taken.
    2. Klik op de naam van het werkitem om de pagina Taakstap te openen of klik op Meer informatie om de informatiepagina te openen. Op de pagina Taakstap kunt u het bijgesloten object openen en bewerken. Op de informatiepagina kunt u alleen de informatie over de bijlage bekijken.
    3. Klik op Bijlagen in de tabbalk om de lijst met bijlagen af te beelden.
    4. Klik op de naam van een bijlage in de lijst om de lijst met objecten die is toegewezen aan de bijlage te bekijken. Als geen object is toegewezen aan de bijlage, wordt Niet toegewezen afgebeeld voor de objectnaam.
    5. Optioneel. Om het bijgesloten object te openen en bekijken, klikt u op de koppeling voor de naam van het object.
      Opmerking: Als u Netscape 6.0 of hoger gebruikt en geen UNC-bestandsbijlage kunt openen, neemt u contact op met uw systeembeheerder. Een naam van een UNC-bijlage ziet eruit als file:\\naam_computer\sharenaam\directory\bestand.ext. Bijvoorbeeld: file:\\D:\RapportenJanuari\Regio7.xls.
    6. Optioneel. Om de objecteigenschappen te bekijken, klikt u op Meer informatie.
  2. Een object toewijzen aan een bijlage:
    1. Ga naar de weergave Bijlagen op de pagina Taakstap voor het werkitem.
    2. Klik op de naam van de bijlage die u wilt. Er wordt een beschrijving van de bijlage afgebeeld.
    3. Klik op Toewijzen onder de beschrijving voor het gewenste bijlage-object. De pagina Bijlage toewijzen - Item selecteren wordt geopend, waar u kunt bladeren of zoeken naar het gewenste object dat u wilt toewijzen aan deze bijlage.
    4. Navigeer naar de objectruimte en map voor het gewenste object.
    5. Voer een van de volgende acties uit om het gewenste object te selecteren:
      • Als u een bestand of een opgeslagen zoekactie toevoegt, klikt u op <Naam> selecteren.
      • Als u een bestand toevoegt, klikt u op Selecteren of Selecteren uit versies voor het gewenste bestand.
      • Als u hebt geklikt op Selecteren uit versies moet u een versie selecteren in de lijst.
    6. Klik op de pagina Taakstap op Toepassen.
  3. Een toegewezen bijlage-object verwijderen:
    1. Ga naar de weergave Bijlagen op de pagina Taakstap.
    2. Klik op de gewenste naam van de bijlage.
    3. Klik op Toewijzing ongedaan maken onder de beschrijving van de bijlage die u wilt verwijderen.
    4. Klik op Toepassen.
    5. Blijf werken aan het werkitem indien nodig, en klik vervolgens op Afsluiten om de pagina Taakstap te sluiten.
  4. Een nieuw object toevoegen aan een verzameling bijlagen:
    1. Ga naar de weergave Bijlagen op de pagina Taakstap.
    2. Klik op Bijlage bewerken. De pagina Bijlagen bewerken wordt geopend.
    3. Klik onderaan de pagina op Nieuw item toevoegen. Een vereenvoudigde selectiepagina wordt geopend, waar u kunt bladeren of zoeken naar het gewenste object.
    4. Navigeer naar de objectruimte en categorie voor het gewenste object.
    5. Voer een van de volgende acties uit om het gewenste object te selecteren:
      • Als u een bestand of een opgeslagen zoekactie toevoegt, klikt u op <Naam> selecteren.
      • Als u een bestand toevoegt, klikt u op Selecteren of Selecteren uit versies voor het gewenste bestand. Als u hebt geklikt op Selecteren uit versies moet u een versie selecteren in de lijst.
    6. Klik op de pagina Bijlagen bewerken op Toepassen.


Feedback

Laatste keer bijgewerkt: Juli 2011


© Copyright IBM Corp. 2011.
Dit informatiecentrum wordt mede mogelijk gemaakt door technologie van Eclipse. (http://www.eclipse.org)