Backup van Workplace XT-configuratiebestand

Als een Workplace XT-server niet meer functioneert, moet u de software herstellen, hetzij door dezelfde versie van de software opnieuw te installeren vanaf het installatie-image of door de serverbestanden te herstellen vanaf een volledige serverbackup. Als u de software opnieuw installeert, kunt u de Workplace XT-functionaliteit terugbrengen in de toestand van voor de storing door de bijbehorende configuratiebestanden te herstellen.

Voor optionele componenten die op een Workplace XT-server zijn geïnstalleerd, doet u het volgende:
  • IBM® Enterprise Records: Zie Backups maken van IBM Enterprise Records-configuratiebestanden voor gedetailleerde vereisten.
  • IBM FileNet eForms for P8: Configuratiebestanden voor eForms worden opgeslagen in de configuratiedirectory van Workplace XT. Bij backups van Workplace XT zoals beschreven in de onderstaande sectie worden automatisch ook backups gemaakt van de eForms-configuratiebestanden.

Backupgegevens

Workplace XT wordt geïnstalleerd als toepassing op uw toepassingenserver. Maak een backup van uw toepassingenserver aan de hand van de instructies van de leverancier daarvan. Omdat de configuraties en directorystructuren van toepassingenservers van leverancier tot leverancier verschillen, vindt u hieronder algemene informatie over de interactie van Workplace XT met de toepassingenserver. In het algemeen maakt u een backup van elk FileNet P8-bestand dat u rechtstreeks op de Workplace XT-toepassingenserver wijzigt.

Gebruik de volgende tabel om te bepalen van welke bestanden u een backup moet maken.

Waar de Windows- en UNIX-paden afgezien van de scheidingstekens gelijk zijn, wordt de Windows-indeling gebruikt.

Doelobject voor backup

Standaardlocatie

Frequentie van wijzigingen

Handmatig opnieuw configureerbaar

Commentaar

Configuratiebestanden met sitevoorkeuren

workplace_xt_installation_path\config_dir

Zelden

De volgende bestanden worden gewijzigd wanneer u de Workplace-sitevoorkeuren bewerkt:

  • Actions.xml

  • MenuActions.xml

  • PrimaryViews.xml

  • SystemPropertiesView.xml

  • bootstrap.properties

 

Maak een backup van alle bestanden in deze directory.

Bij de installatie wordt config_dir opgegeven en opgeslagen in web.xml. Het standaardpad voor Windows is bijvoorbeeld:

C:\Program Files\FileNet\Config\WebClient

Bestand met logboekeigenschappen workplace_xt_installation_path\config_dir\log4j.properties

Bij installatie, daarna zelden

Ja

Bij de installatie wordt config_dir opgegeven en opgeslagen in web.xml. Het standaardpad voor Windows is bijvoorbeeld:

C:\Program Files\FileNet\Config\WebClient

Raadpleeg voor meer informatie Logboekregistratie configureren.

Bestand met implementatiedescriptor

In app_root\WEB-INF:

web.xml

Bij installatie, daarna zelden

Ja

Maak een backup telkens wanneer u dit bestand wijzigt.

Raadpleeg de documentatie bij uw toepassingenserver voor de locatie van de hoofddirectory voor toepassingen (app_root).

Bestand WcmApiConfig.properties

In app_root\WEB-INF:

WcmApiConfig.properties

Bij installatie, daarna zelden

Ja

Maak een backup telkens wanneer u dit bestand wijzigt.

Raadpleeg de documentatie bij uw toepassingenserver voor de locatie van de hoofddirectory voor toepassingen (app_root).

Zie Bestand WcmApiConfig.properties voor meer informatie.

Encryptiesleutels

In workplace_xt_installation_path\FileNet\Authentication:

CryptoKeyFile.properties

UTCryptoKeyFile.properties

Bij installatie, daarna zelden

Ja

Maak een backup telkens wanneer u deze bestanden wijzigt.

Configuratiebestanden van Process Task Manager

In workplace_xt_installation_path\FileNet\Router:

taskman.properties taskman.policy

Periodiek

Ja

Maak een backup telkens wanneer u deze bestanden wijzigt.

Configuratiebestand van Process Task Manager

In workplace_xt_installation_path\FileNet\Router:

taskman.login.config

Bij installatie, daarna zelden

Ja

Dit bestand wordt gewijzigd als u in de sitevoorkeuren van Workplace XT het verbindingspunt wijzigt.