IBM FileNet P8, Versie 5.2            

Het maximumaantal voorgrondvensters instellen

Het aantal open voorgrondvensters op een client-werkstation, gecombineerd met een hoge hoeveelheid gebruik en lange timeouts van sessies, kan invloed hebben op de hoeveelheid geheugen die wordt gebruikt op de Java™ Virtual Machine (JVM) van de toepassingenserver. Voorgrondvensters worden gebruikt voor verwerking van werkstroomstappen, eForms, zoekvensters, bevestigingsprompts en andere acties. Als geheugengebruik op uw systeem een probleem is, kunt u het aantal voorgrondvensters dat de toepassing tegelijkertijd kan openen beperken.

Het maximumaantal voorgrondvensters instellen:

  1. Gebruik een editor om het bestand voor de servletdescriptor (web.xml) te bewerken. U moet het bestand bewerken in zowel de installatie- als de implementatie-locaties.
  2. Wijzig de waarde van de parameter popWindowIDCycleMax indien nodig. De standaardmaximumwaarde is 5 voorgrondvensters. Pas het getal omhoog of omlaag aan, op basis van het aantal gelijktijdige voorgrondvensters dat uw gebruikers vereisen. Om de maximumlimiet uit te schakelen voert u 0 in.
  3. Sla het bestand op.
  4. Als u een WAR-bestand of EAR-bestand gebruikt voor implementatie, moet u het WAR-bestand of de WAR- en EAR-bestanden opnieuw maken en de toepassing opnieuw implementeren. Als dit niet het geval is herstart u de toepassingenserver.


Feedback

Laatst bijgewerkt: Maart 2013
aeadm_specify_max_popups.htm

© Copyright IBM Corp. 2013.
Dit informatiecentrum maakt gebruik van Eclipse-technologie. (http://www.eclipse.org)