IBM FileNet P8, Versie 5.2            

Eigenschappentoewijzing van Microsoft Outlook configureren

U kunt eigenschappen toewijzen vanuit een Microsoft Outlook-bericht, zoals Van en Aan, aan overeenkomende klasseneigenschappen van e-mail in Workplace XT met behulp van het bestand OutlookPropertyMappings.xml. Nadat Outlook-eigenschappen worden toegewezen aan de klasseneigenschappen van e-mail, kunt u deze eigenschappen toewijzen aan elk Outlook-bericht dat u toevoegt aan een objectruimte.

Opmerking: Eigenschappentoewijzing van Microsoft Outlook wordt niet ondersteund door FileNet Integration for Microsoft Office.

Elke eigenschap van Outlook die u toewijst heeft een toegewezen Outlook-veld, gegevenstype en overeenkomende symbolische naam van Content Engine. Gebruik de volgende tabel om u te helpen bij het voltooien van het toewijzingsproces omdat het proces inhoudt dat het bestand OutlookPropertyMappings.xml moet worden gewijzigd en eigenschappensjablonen moeten worden gemaakt in Enterprise Manager. De tabel bevat standaardvelden die zijn opgenomen in het bestand OutlookPropertyMappings.xml en optionele velden die u kunt toevoegen.
Tabel 1. In deze tabel worden de Outlook-velden afgebeeld die kunnen worden gebruikt om te worden toegewezen aan klasseneigenschappen van Workplace XT Email.
Outlook-veld Outlook-gegevenstype Symbolische naam Content Engine
Standaardvelden die zijn opgenomen in het bestand OutlookPropertyMappings.xml.
PR_SENDER_NAME tekenreeks From
PR_DISPLAY_NAME tekenreeks To
PR_DISPLAY_NAME tekenreeks CarbonCopy
PR_CLIENT_SUBMIT_TIME datetime SentOn
PR_MESSAGE_DELIVERY_TIME datetime ReceivedOn
PR_SUBJECT tekenreeks EmailSubject
Optionele velden die kunnen worden toegevoegd aan het bestand OutlookPropertyMappings.xml.
PR_PRIORITY long* Gebruik Priority niet als symbolische naam omdat Priority momenteel wordt gebruikt in de Content Engine. Gebruik een andere symbolische naam.
PR_DISPLAY_NAME tekenreeks BlindCarbonCopy

Gebruik deze symbolische naam bij het toewijzen van de eigenschap blind carbon copy.

     
PR_BODY tekenreeks Gebruik een naam naar keuze.
PR_DEFERRED_DELIVERY_TIME datetime Gebruik een naam naar keuze.
PR_EXPIRY_TIME datetime Gebruik een naam naar keuze.
PR_LAST_MODIFICATION_TIME datetime Gebruik een naam naar keuze.
PR_MESSAGE_CLASS tekenreeks Gebruik een naam naar keuze.
PR_MESSAGE_SIZE long* Gebruik een naam naar keuze.
PR_OBJECT_TYPE long* Gebruik een naam naar keuze.
PR_ORIGINATOR_DELIVERY_REPORT_REQUESTED booleaans Gebruik een naam naar keuze.
PR_RESPONSE_REQUESTED booleaans Gebruik een naam naar keuze.
PR_SENSITIVITY long* Gebruik een naam naar keuze.

* Het Outlook-gegevenstype long komt overeen met het Workplace XT-gegevenstype integer wanneer u een eigenschappensjabloon maakt en een gegevenstype toewijst in Enterprise Manager.

Het toewijzen van eigenschappen van Outlook-berichten aan klasseneigenschappen van Workplace XT email houdt in dat de Enterprise Manager wordt gebruikt en het bestand OutlookPropertyMappings.xml wordt gewijzigd. U meot de volgende stappen uitvoeren:
  • Gebruik Enterprise Manager om overeenkomende eigenschappensjablonen te maken en nieuwe eigenschappen toe te voegen aan de e-mailklasse.
  • Optioneel kunt u aangepaste e-mailklassen en -subklassen maken. U moet een invoersjabloon en een bijbehorend Outlook-profiel gebruiken zodat de toewijzing werkt.
  • Vernieuw de objectruimte waarin de eigenschappen en de bijbehorende e-mailklase zich bevinden.
  • Wijzig het bestand OutlookPropertyMappings.xml door nieuwe eigenschappen toe te voegen.

Eigenschappen toewijzen

  1. Gebruik de tabel om u te helpen bij het identificeren van de Outlook-eigenschappen die u wilt toewijzen aan Workplace XT-eigenschappen.
  2. Gebruik Enterprise Manager om de volgende stappen uit te voeren:
    1. Maak eigenschappensjablonen voor alle Outlook-eigenschappen.
    2. Wijs de nieuwe eigenschappen toe aan een bestaande Workplace XT e-mailklasse of een nieuwe e-mailklasse maken. U kunt ook een e-mailsubklasse maken.
    3. Vernieuw de objectruimte waarin de eigenschappen en de bijbehorende e-mailklasse zich bevinden. Mogelijk moet u meer dan één objectruimte vernieuwen.
  3. Zoek het bestand OutlookPropertyMappings.xml. Standaard bevindt dit bestand zich in de map <XT_installatiepad>/FileNet/WebClient.
    1. Gebruik een editor om nieuwe Outlook-velden toe te voegen en symbolische namen en gegevenstypen toe te wijzen aan elk veld in het bestand OutlookPropertyMappings.xml. Als u bijvoorbeeld het Outlook-veld PR_PRIORITY wilt toewijzen aan de eigenschap Importance in de Workplace XT e-mailklasse, typt u de volgende tekst:
      <property>
       <tag>PR_PRIORITY</tag>
       <symname>Importance</symname>
       <datatype>long</datatype>
      </property>
      Opmerking: Als u een ongeldige eigenschap typt, bijvoorbeeld met een onjuiste tag of gegevenstype, wordt die eigenschap genegeerd wanneer Outlook-berichten worden toegevoegd aan een objectruimte en eigenschappen worden toegewezen.
    2. Om het te testen voegt u een e-mailbericht toe aan een objectruimte met het juiste Outlookprofiel en controleert u dat de eigenschappen die worden toegewezen aan het nieuwe document juist zijn. Als eigenschappen niet worden afgebeeld, controleert u eerst de syntaxis in het bestand OutlookPropertyMappings.xml. Als u nog steeds fouten heeft, schakelt u logboekregistratie in en controleert u het logboekbestand Application Integration.

Wat kunt u doen na het toewijzen van de eigenschappen?



Feedback

Laatst bijgewerkt: Maart 2013
wpxt_outlook_props.htm

© Copyright IBM Corp. 2013.
Dit informatiecentrum maakt gebruik van Eclipse-technologie. (http://www.eclipse.org)