U kunt een afzonderlijke beveiligingssjabloon definiëren voor elke mogelijke documentstatus. De eerste stap bij het definiëren of wijzigen van de sjabloon is om de sjablooneigenschappen in te stellen. U kunt een sjabloon definiëren voor een bepaalde staat, en vervolgens de sjabloon uitschakelen. De sjabloon wordt opgeslagen in de objectruimte zodat deze in de toekomst kan worden opgehaald, maar wordt niet toegepast op documenten wanneer deze is uitgeschakeld.
De eigenschappen van de beveiligingssjabloon definiëren: