Schakel in de kolom Afbeelden het vakje in naast elke eigenschap die moet worden afgebeeld in de uitgebreide weergave van systeemeigenschappen.
Klik op Volgorde eigenschappen om de volgorde in te stellen waarin deze eigenschappen moeten worden afgebeeld.
Selecteer één of meer eigenschappen en gebruik de pijlen om ze in de gewenste volgorde de plaatsen.
Klik op Accepteren wanneer alle eigenschappen in de juiste volgorde worden geplaatst.
Bekijk de geselecteerde eigenschappen en de volgorde ervan en klik vervolgens op Accepteren. (Om een systeemeigenschap te verwijderen uit de weergave, schakelt u het selectievakje uit.)
Klik op Toepassen wanneer u klaar bent met alle wijzigingen in voorkeuren voor objectruimtes.