IBM FileNet P8, Versie 5.2            

Hoofdwerkbalk

De hoofdwerkbalk Image Viewer heeft knoppen voor het afbeelden en afdrukken van de afbeelding, voor het toevoegen van aantekeningen bij de afbeelding, voor het openen van de afbeelding in een nieuw venster en voor het openen van Help. U kunt de knoppen Samenvouwen en Uitbreiden gebruiken om de hoofdwerkbalk af te beelden of te verbergen.

Elke werkbalkknop wordt hieronder uitgelegd.

Opmerking: Sommige werkbalkknoppen voor Image Viewer hebben sneltoetsen, zoals de functie Inzoomen op gebied, die kan worden gebruikt met de sneltoets "a". Wanneer de CAPS LOCK-knop is ingeschakeld (hoofdletters geselecteerd) werken de sneltoets nog steeds. Als u echter de SHIFT-toets ingedrukt houdt en vervolgens op een sneltoets drukt, werkt de sneltoets mogelijk niet of wordt er mogelijk een andere bewerking uitgevoerd.
Tabel 1. Tabel met pictogrammen en beschrijvingen op de werkbalk Image Viewer
Pictogram Functie Beschrijving
Werkbalk Aantekeningen Werkbalk Aantekeningen Met de knop Werkbalk Aantekeningen wordt de werkbalk Aantekeningen afgebeeld of verborgen. Aantekeningen zijn teksten of afbeeldingen die worden toegevoegd aan afbeeldingsdocumenten om de aandacht te vestigen op gebieden van de afbeelding, om stempels voor goedkeuring toe te voegen of om tekstopmerkingen toe te voegen. Raadpleeg voor meer informatie Informatie over aantekeningen.
Afdrukken Afdrukken Met de knop Afdrukken wordt de huidige afbeelding afgedrukt. Raadpleeg voor meer informatie Een afbeelding afdrukken.
Inzoomen op gebied Inzoomen op gebied Met de knop Inzoomen op gebied wordt een rechthoekig gedeelte van de afbeelding vergroot. Klik op Inzoomen op gebied om de optie gebied vergroten in- of uit te schakelen. Als u dit hebt ingeschakeld, gebruikt u de kruiscursor om een rechthoek te slepen rond het gebied dat u wilt vergroten. Deze sectie van de afbeelding wordt vergroot zodat het gehele venster wordt gevuld. Klik nogmaals op de knop om de kruiscursor uit te schakelen en terug te keren naar de modus horizontaal verschuiven. Toetsenbord: druk op a. De gehele afbeelding wordt vergroot, zodat u de afbeelding kunt schuiven of slepen zodat andere gedeeltes zichtbaar worden.

Als de weergave te veel vergroot wordt, keert u terug naar 100% en tekent u een groter gebied of gebruikt u het pictogram Pagina uitzoomen om geleidelijk weer uit te zoomen.

Pagina inzoomen Pagina inzoomen Met de knop Pagina inzoomen wordt de afbeelding met 25% vergroot. Toetsenbord: druk op het plusteken op het numerieke toetsenblok.
Pagina uitzoomen Pagina uitzoomen Met de knop Pagina uitzoomen wordt de afbeelding met 25% verkleind. Toetsenbord: druk op het minteken op het numerieke toetsenblok.
Vergrootglas afbeelden Vergrootglas afbeelden Met de knop Vergrootglas afbeelden wordt een rechthoekige cursor geopend die simuleert dat een vergrootglas boven een gedeelte van de afbeelding wordt gehouden. Wanneer u de cursor over de afbeelding verplaatst, wordt het gebied onder de rechthoek vergroot terwijl de rest van de afbeelding zichtbaar blijft. Keyboard: druk op m. Om de grootte van het vergrootglasgebied te wijzigen, drukt u op + of - op het numerieke toetsenblok. Om het niveau van vergroten te wijzigen binnen het vergrootglas, drukt u op * of / op het numerieke toetsenblok of drukt u op ( en ) op het hoofdtoetsenblok. Om het vergrootglas te sluiten, klikt u opnieuw op de werkbalkknop. Om een afzonderlijk venster te openen om het vergrootte gebied af te beelden, klikt u met de rechtermuisknop op de knop Vergrootglas afbeelden. Terwijl u de cursor boven de afbeelding in het hoofdvenster verplaatst, wordt het gedeelte van de afbeelding op het punt van de cursor gecentreerd in het venster Vergrootglas. Mogelijk moet u vensterformaten en -posities aanpassen om sommige gedeeltes van de afbeelding te bekijken als uw cursor te dicht bij het venster Vergrootglas komt. Aan de linkerkant van het venster Vergrootglas bevindt zich een schuifbalk voor het vergroten of verkleinen van de hoeveelheid vergroting. Het vergrotingsbereik is van 2 tot 25 keer groter dan de grootte die is afgebeeld in het hoofdvenster. Het vergrotingsniveau wordt afgebeeld aan de onderkant van het venster Vergrootglas. Wanneer u klaar bent met het bekijken van de afbeelding in het venster Vergrootglas, sluit u het venster Vergrootglas.
Inzoomen tot 100% Inzoomen tot 100% Met de knop Inzoomen tot 100% wordt de afbeelding weergegeven op ware grootte. Toetsenbord: druk op z.
Aanpassen aan vensterbreedte Aanpassen aan vensterbreedte Met de knop Aanpassen aan vensterbreedte wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat dit past binnen de breedte van het huidige venster. Na het aanpassen van de grootte, kan de afbeelding te hoog zijn om binnen de hoogte van het venster te passen. U kunt de schuifbalk aan de rechterkant of de cursortoetsen omhoog en omlaag gebruiken om de rest van de afbeelding te bekijken. Toetsenbord: druk op F9.
Aanpassen aan vensterhoogte Aanpassen aan vensterhoogte Met de knop Aanpassen aan vensterhoogte wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat dit past binnen de boven- en onderkant van het venster. Na het aanpassen van de grootte, kan de afbeelding te breed zijn om binnen de breedte van het venster te passen. U gebruikt de schuifbalk aan de onderkant of de cursortoetsen links en rechts om de rest van de afbeelding te bekijken. Toetsenbord: druk op F10.
Aanpassen aan venster Aanpassen aan venster Met de knop Aanpassen aan venster wordt het formaat van de afbeelding gewijzigd zodat alles binnen het venster past in beide richtingen. Toetsenbord: druk op F11.
Rechtsom draaien Rechtsom draaien Met de knop Rechtsom draaien wordt de afbeelding naar rechts gedraaid (met de klok mee). Toetsenbord: druk op r.
Linksom draaien Linksom draaien Met de knop Linksom draaien wordt de afbeelding naar links gedraaid (tegen de klok in). Toetsenbord: druk op l (kleine letter L).
180 graden draaien 180 graden draaien Met de knop 180 graden draaien wordt de afbeelding 180 graden gedraaid. Toetsenbord: druk twee maal op r of twee maal op l.
Spiegelen Horizontaal spiegelen Met de knop Spiegelen wordt de afbeelding gekanteld langs de verticale as.
Kantelen Verticaal spiegelen Met de knop Kantelen wordt de afbeelding gekanteld langs de horizontale as.
Inverteren Inverteren Met de knop Inverteren worden de kleuren in de afbeelding geïnverteerd. Toetsenbord: druk op i.
Help Help Met de knop Help worden de Help-onderwerpen afgebeeld voor Image Viewer. Toetsenbord: druk op F1.
Nieuw venster Nieuw venster Met de knop Nieuw Venster wordt de huidige afbeelding geopend in een tweede venster. Dit geeft u aanvullende controle over de grootte van het document en het formaat van het venster. Alle normale knoppen en menu's worden afgebeeld in het nieuwe venster. Wijzigingen die u maakt in het nieuwe venster worden afgebeeld in het hoofdvenster nadat u het nieuwe venster hebt gesloten. Toetsenbord: druk op W.
MMM Schuifbalken Wanneer een afbeelding groter is dan het weergavevenster, worden schuifbalken afgebeeld aan de rechterkant of onderkant van het venster. U kunt ook de afbeelding rondslepen in het venster om gedeeltes te bekijken die worden verborgen. Dit kan sneller zijn dan het gebruiken van schuifbalken of cursortoetsen om te kijken naar het gedeelte van de afbeelding dat u wilt zien.


Feedback

Laatst bijgewerkt: Maart 2013
jv_main_toolbar.htm

© Copyright IBM Corp. 2013.
Dit informatiecentrum maakt gebruik van Eclipse-technologie. (http://www.eclipse.org)