Replicatie is het proces waarbij gedefinieerde verzamelingen gegevens op meerdere locaties worden onderhouden. Met DB2 DataPropagator kunnen wijzigingen worden gerepliceerd voor elke relationele DB2-database. Hierbij worden aangewezen wijzigingen gekopieerd van de ene locatie (een bron) naar de andere (een doel), en worden de gegevens in beide locaties gesynchroniseerd.
Een gegevenskoppeling (gegevenstype DATALINK) is een koppeling met een bestand dat gegevens bevat zoals tekeningen en rapporten, of geluid en andere multimediagegevens. Het formaat van deze bestanden kan vrij groot zijn. Als u dit soort bestanden wilt openen via een netwerk op afstand, kan dat resulteren in vertragingen en een toename van het netwerkverkeer. Als de gegevens niet regelmatig worden gewijzigd en als het geen vereiste is dat de meest actuele gegevens beschikbaar zijn, biedt DB2 DataPropagator een goede oplossing voor dit probleem. Omdat deze bestanden echter geen deel uitmaken van de database, is er een mechanisme nodig om de bestanden te repliceren en ervoor te zorgen dat de gegevens en bestanden op de doellocatie met elkaar in overeenstemming zijn. Replicatie via gegevenskoppelingen kan dit probleem oplossen.
Met gegevenstype DATALINK heeft de databaseserver controle over de bestanden op afstand en worden de bestanden behandeld alsof ze deel uitmaken van de database. Met replicatie via gegevenskoppelingen kunnen niet alleen databasegegevens maar ook bestanden synchroon worden gerepliceerd.
In Versie 7 wordt DB2 DataPropagator gebruikt om DATALINK-kolommen te repliceren en een userexitroutine op te roepen om de externe bestanden te repliceren waarnaar de DATALINK-kolommen verwijzen. Met het userexitprogramma wordt de koppelingswaarde van de brongegevens aan een koppeling in het doelsysteem toegewezen en wordt het bestand waarnaar wordt verwezen vervolgens gekopieerd naar het doelbestandssysteem. Bij het product wordt een voorbeelduserexitprogramma geleverd waarbij FTP wordt gebruikt om de bestanden te kopiëren. Raadpleeg de Replication Guide and Reference voor meer informatie.
Raadpleeg de DB2 Data Links Manager Quick Beginnings voor meer informatie over gegevenskoppelingen.
Op Windows 32-bits besturingssystemen kunt u op verzoek de Capture- en Apply-programma's gebruiken met behulp van de opdracht ASNSAT. Deze opdracht biedt een grotere flexibiliteit bij het gebruik van de functies van DB2 DataPropagator en bij het afhandelen van fouten.
U kunt de Capture- en Apply-programma's beide vanuit een toepassing starten met behulp van de nieuwe API's asnCapture en asnApply.
Raadpleeg de Replication Guide and Reference voor meer informatie.
Als u DB2 DataPropagator Relational (DPropR) Versie 1 gebruikt, moet u eerst migreren naar Versie 5 voordat u migreert naar Versie 6 of Versie 7.