Met DCE CDS (Cell Directory Services) kunt u servergegevens opslaan in CDS. U hoeft de servergegevens dan niet meer apart op alle clients op te slaan. CDS wordt ondersteund door alle DB2 Universal Database-clients en DB2 Connect Enterprise Edition op alle platforms.
Opmerking: | Als u gebruik wilt maken van de DCE Cell Directory Services-ondersteuning in DB2 Connect om een verbinding te maken met DB2 for MVS/ESA via SNA-verbindingen, dan moet u de PTF UN73393 van DB2 for MVS/ESA aanbrengen. Deze ondersteunt het gebruik van DB2DRDA als naam van het transactieprogramma op afstand (RTPN). |
Als u gebruik wilt maken van een DCE-directory, moet u de volgende objecten maken:
Voor alle host- of AS/400-databaseservers waartoe u toegang krijgt, moet u, voordat u deze objecten hebt gemaakt, letten op de volgende aspecten:
1.3.18.0.2.4.30 DB_Comment char 1.3.18.0.2.4.31 DB_Communication_Protocol char 1.3.18.0.2.4.32 DB_Database_Protocol char 1.3.18.0.2.4.33 DB_Database_Locator_Name char 1.3.18.0.2.4.34 DB_Native_Database_Name char 1.3.18.0.2.4.35 DB_Object_Type char 1.3.18.0.2.4.36 DB_Product_Name char 1.3.18.0.2.4.37 DB_Product_Release char 1.3.18.0.2.4.38 DB_Target_Database_Info char 1.3.18.0.2.4.39 DB_Authentication char 1.3.18.0.2.4.63 DB_Principal char
dce_login principal-id wachtwoord
De volgende DCE-opdracht kan worden gebruikt om u aan te melden op een OS/2-systeem:
dcelogin principal-id wachtwoord
Opmerking: | Voordat u met deze objecten verbinding kunt maken met databases, moet u ook de communicatie op de host of de AS/400-databaseserver en de werkstations configureren. Deze informatie staat beschreven in de handleiding Aan de slag (Quick Beginnings) voor uw platform. |