Gebruikershandleiding

Problemen die optreden na een eerste verbinding

De volgende vragen dienen als beginpunt voor beperking van het probleemgebied.

  1. Bestaan er bijzondere of ongebruikelijke omstandigheden?
  2. Is de fout al eerder opgetreden?
  3. Hebt u onderzoek uitgevoerd door middel van opdrachten van communicatiesoftware die informatie over het netwerk terugzenden?
  4. Is er waardevolle informatie teruggezonden in de SQLCA (SQL Communication Area)?
  5. Is DB2START uitgevoerd op de server? Controleer daarnaast of de omgevingsvariabele DB2COMM zo is ingesteld dat clients op afstand toegang tot de server kunnen krijgen.
  6. Kunnen andere computers, die dezelfde taak uitvoeren, wel verbindingen met de server tot stand brengen? Het is mogelijk dat het maximumaantal clients voor de verbinding met de server is bereikt. Is de client die geen verbinding kon maken daartoe wel in staat als een andere client de verbinding met de server verbreekt?
  7. Heeft de computer de juiste adressering? Controleer of de computer uniek is in het netwerk.
  8. Is de juiste machtiging aan de client verleend als het een verbinding op afstand betreft? Het is mogelijk dat de verbinding met het subsysteem succesvol tot stand is gekomen, maar dat er geen toegang wordt verleend op het niveau van de database of de tabel.
  9. Is dit de eerste computer die een verbinding tot stand wil brengen met een database op afstand? Het is mogelijk dat in gedistribueerde verwerkingsomgevingen routers of bridges tussen netwerken de communicatie tussen de client en de server blokkeren. Wanneer u gebruikmaakt van APPC, controleert u bijvoorbeeld of een bepaalde sessie tot stand kan worden gebracht. Wanneer u gebruikmaakt van TCP/IP, controleert u of u een PING-opdracht kunt uitvoeren op de host op afstand.


[ Begin van pagina | Vorige pagina | Volgende pagina | Inhoud | Trefwoordenregister ]