Gebruikershandleiding

Conversie van alfanumerieke gegevens

Wanneer alfanumerieke gegevens van de ene naar de andere computer worden overgebracht, moeten ze worden geconverteerd naar een vorm die door de ontvangende computer kan worden gebruikt.

Wanneer bijvoorbeeld gegevens worden overgebracht van het DB2 Connect-werkstation naar een host- of AS/400-databaseserver, worden ze meestal geconverteerd van de codetabel van een werkstation naar een host-CCSID en andersom. Wanneer beide computers verschillende codetabellen of CCSID's gebruiken, worden codepunten van de ene codetabel of CCSID aan de andere toegewezen. Deze conversie wordt altijd op de ontvangende computer uitgevoerd.

Alfanumerieke gegevens die naar een database worden gezonden, bestaan uit SQL-instructies en invoergegevens. Alfanumerieke gegevens die vanuit een database worden verzonden, bestaan uit uitvoergegevens. Uitvoergegevens die worden geïnterpreteerd als bitgegevens (zoals gegevens van een kolom die is gedeclareerd met de clausule FOR BIT DATA), worden niet geconverteerd. Als beide computers verschillende codetabellen of CCSID's hebben, worden alle alfanumerieke gegevens voor invoer en uitvoer geconverteerd.

Als DB2 Connect bijvoorbeeld wordt gebruikt om toegang te krijgen tot DB2 Universal Database for OS/390-gegevens, gebeurt het volgende:

  1. DB2 Connect verzendt een SQL-instructie en invoergegevens naar OS/390.
  2. DB2 Universal Database for OS/390 converteert de gegevens naar een EBCDIC-CCSID en verwerkt deze.
  3. DB2 Universal Database for OS/390 zendt het resultaat terug naar het DB2 Connect-werkstation.
  4. Het resultaat wordt door DB2 Connect naar een ASCII- of ISO-codetabel geconverteerd en teruggezonden naar de gebruiker.

In de volgende tabel vindt u een overzicht van de conversies die tussen de codetabellen (op het werkstation) en CCSID's (op de host) worden ondersteund. Raadpleeg de Administration Guide voor meer informatie over ondersteunde conversies van codetabellen.

Tabel 12. Conversie van werkstationcodetabel naar host-CCSID
Host-CCSID's Codetabel Landen
037, 273, 277, 278, 280, 284, 285, 297, 500, 871, 1140-1149 437, 819, 850, 858, 860, 863, 1004, 1051, 1252, 1275 Albanië, Australië, België, Brazilië, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Italië, Latijns-Amerika, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zweden, Zwitserland, Zuid-Afrika
423, 875 737, 813, 869, 1253, 1280 Griekenland
870 852, 912, 1250, 1282 Hongarije, Kroatië, Polen, Roemenië, Servië/Montenegro (Latijns), Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek
1025 855, 866, 915, 1251, 1283 Bulgarije, Macedonië (voormalig Joegoslavië), Rusland, Servië/Montenegro (Cyrillisch)
1026 857, 920, 1254, 1281 Turkije
424 862, 916, 1255 Israël - zie opmerking 3 hierna
420 864, 1046, 1089, 1256 Arabische landen - zie opmerking 3 hierna
838 874 Thailand
930, 939, 5026, 5035 932, 942, 943, 954, 5039 Japan
937 938, 948, 950, 964 Taiwan
933, 1364 949, 970, 1363 Korea
935, 1388 1381, 1383, 1386 Volksrepubliek China
1112, 1122 921, 922 Estland, Letland, Litouwen
1025 915, 1131, 1251, 1283 Wit-Rusland
1123 1124, 1125, 1251 Oekraïne

Opmerkingen:

  1. Codetabel 1004 wordt ondersteund als codetabel 1252.

  2. In het algemeen kunnen gegevens worden geconverteerd van een codetabel naar een CCSID en terug naar dezelfde tabel zonder dat er iets wordt gewijzigd. De uitzonderingen op deze regel zijn:

  3. Voor bidirectionele talen zijn er door IBM een aantal bijzondere "BiDi CCSID's" gedefinieerd die worden ondersteund door DB2 Connect.

    Als de bidirectionele kenmerken van de databaseserver niet overeenkomen met die van de client, kunnen deze bijzondere CCSID's worden gebruikt om het verschil te ondervangen.

    Raadpleeg de Administration Guide voor details over deze bijzondere CCSID's. Raadpleeg de release-opmerkingen voor DB2 Connect voor meer informatie over de instelling ervan voor DRDA-hostverbindingen.


[ Begin van pagina | Vorige pagina | Volgende pagina | Inhoud | Trefwoordenregister ]