Gebruikershandleiding
Met de hulpprogramma's voor import en export kunt u gegevens vanaf een
host- of AS/400-database verplaatsen naar een bestand op het DB2
Connect-werkstation of omgekeerd. Vervolgens kunt u deze gegevens
gebruiken met elke andere toepassing of RDBMS die deze import/export-indeling
ondersteunt. U kunt bijvoorbeeld gegevens van DB2 for OS/390 exporteren
naar een begrensd ASCII-bestand en de gegevens later importeren in een DB2 UDB
voor Windows 2000-database.
U kunt import- en exportfuncties uitvoeren vanaf een databaseclient of
vanaf het DB2 Connect-werkstation.
Opmerkingen:
- De te importeren of exporteren gegevens moeten overeenkomen met de
beperkingen voor omvang en gegevenstype van beide databases.
- De importperformance kan worden verbeterd door gebruik te maken van
samengestelde SQL-instructies. Geef COMPOUND=aantal
op in de import-API of in de alfanumerieke parameter filetype-mod in
de Opdrachtregelinterface (CLP) om het opgegeven aantal SQL-instructies tot
een blok te groeperen. Dit kan leiden tot een lagere netwerkoverhead en
een betere responstijd.
- Raadpleeg de Command Reference voor meer informatie over de syntaxis van de hulpprogramma's voor import
en export van de Opdrachtregelinterface.
Voer de volgende stappen uit om een S/390- of AS/400-databaseserver te
exporteren:
- Exporteer de rijen met gegevens van de DB2 UDB for Unix-, Windows NT-,
Windows 2000- of OS/2-tabel naar een PC/IXF-bestand.
- Maak een compatibele tabel als de DRDA-serverdatabase geen tabel bevat met
kenmerken die compatibel zijn met de informatie die u wilt importeren.
- Gebruik de optie INSERT om het PC/IXF-bestand te importeren in een tabel
van de DRDA-serverdatabase.
Voer de volgende stappen uit om gegevens van een DRDA-serverdatabase te
importeren:
- Exporteer de rijen met gegevens van de tabel van de DRDA-serverdatabase
naar een PC/IXF-bestand.
- Gebruik het PC/IXF-bestand om de gegevens in een DB2-tabel te
importeren.
Import- en exportbewerkingen moeten bij het programma DB2 Connect voldoen
aan de volgende voorwaarden:
- Het bestandstype is PC/IXF.
- Indexdefinities worden niet opgeslagen bij het exporteren of gebruikt bij
het importeren.
- Er moet een tabel bestaan met kenmerken die compatibel zijn met die van de
gegevens voordat er in de tabel gegevens geïmporteerd kunnen worden.
Bij importeren met het programma DB2 Connect kan geen tabel worden gemaakt,
omdat INSERT de enige ondersteunde optie is.
- Er mag geen interval voor telling van COMMIT's worden opgegeven bij
het importeren.
Wanneer deze voorwaarden worden overtreden, kan de bewerking niet worden
uitgevoerd en wordt er een foutbericht gegenereerd.
Bij het importeren en exporteren van gemengde gegevens (kolommen die enkel-
en dubbelbytegegevens bevatten), is het volgende van belang:
- Op systemen die gegevens opslaan in EBCDID (MVS, OS/390, OS/400, VM en
VSE), markeren shift-out- en shift-in-tekens het begin en het einde van
dubbelbytegegevens. Wanneer u kolomlengten voor uw databasetabellen
definieert, moet u er zeker van zijn dat er voldoende ruimte is voor deze
tekens.
- Het gebruik van tekstkolommen met variabele lengte wordt aanbevolen,
tenzij de gegevens in een kolom een consistent patroon vertonen. In dat
geval is een vaste lengte acceptabel.
De functie van het hulpprogramma SQLQMF met DDCS for OS/2
is vervangen door de import/export-functies van DB2 Connect. De
voordelen hiervan zijn:
- QMF is niet vereist op de host.
- Aanmelding bij de host is niet vereist (een TSO-ID is nog wel vereist op
DB2 for MVS/ESA of DB2 Universal Database for OS/390).
- DB2 for MVS, DB2 for OS/390, DB2 for OS/400 en DB2 for VM en VSE worden
ondersteund.
- Er wordt een goede performance verkregen door het gebruik van
samengestelde SQL-instructies.
- Naast ASCII worden verschillende bestandsindelingen ondersteund.
- Uitvoering is mogelijk vanaf een client zonder SNA-connectiviteit.
Raadpleeg de Command Reference voor meer informatie over het gebruik van deze opdrachten.
[ Begin van pagina | Vorige pagina | Volgende pagina | Inhoud | Trefwoordenregister ]