Vorige Volgende

Taak 8:  Het subrapport met orders koppelen aan het hoofdrapport met klanten

U koppelt het subrapport met orders aan het hoofdrapport met klanten door de parameter CustID te verbinden met het gegevenssetveld CUSTOMERNUMBER in het hoofdrapport. Elke keer dat het rapport met klanten een nieuwe klantrij bereikt, wordt de parameter CustID bijgewerkt met de nieuwe waarde van CUSTOMERNUMBER.

1  
2  
3  
4  
Parameterbinding van gegevensset beeldt de parameter CustID af, zoals afgebeeld in Afbeelding 12-15. De waarde wordt ingesteld op de standaardwaarde 103, die u hebt opgegeven toen u de gegevenssetparameter hebt gemaakt.

Afbeelding
12-15 Parameterbinding van gegevensset voor de tabel Orders

Afbeelding 12-15  Parameterbinding van gegevensset voor de tabel Orders
5  
1  

Afbeelding 12-16 Parameterbinding van gegevensset bewerken

Afbeelding 12-16  Parameterbinding van gegevensset bewerken

Knop voor expressiebuilder

2  
3  

Afbeelding 12-17 Veld CUSTOMERNUMBER in de opbouwfunctie voor expressies

Afbeelding 12-17  Veld CUSTOMERNUMBER in de expressiebuilder
Klik op OK om de expressie op te slaan en de opbouwfunctie te sluiten.
4  

Afbeelding 12-18 Bijgewerkte parameterbinding van gegevensset

Afbeelding 12-18  Bijgewerkte parameterbinding van gegevensset
6  
7  

Afbeelding 12-19 Preview van het rapport met juiste ordergegevens

Afbeelding 12-19  Preview van het rapport met juiste ordergegevens
Nu verschijnen er verschillende orderrecords voor verschillende klanten. Niet alle klanten hebben orderrecords. Om alleen klanten af te beelden die orders hebben, wijzigt u de query voor het klantenrapport. Deze taak wordt later beschreven in Taak 11: “Alleen klanten met orders of betalingen afbeelden.”

(c) Copyright Actuate Corporation 2013